Engels | Nederlands
Het Cardamom gebergte
Phnom Penh (Cambodia), 1 februari 2009

Dit artikel is geschreven door Franka, de moeder van Ivonne

Toen we in Nederland met ons vieren onze reis naar Azië aan het voorbereiden waren, onderzochten we de mogelijkheid om de Cardamom Mountains (het Cardamom gebergte) te bezoeken, in het zuidwesten van Cambodja. En dan vooral om vogels te gaan spotten. Het gaat om een relatief onbekend gebied met uitgestrekte jungle, lazen we op het Internet. Er zou een boswachterstation moeten zijn waar we kunnen overnachten. Het boswachterstation ligt in het piepkleine dorpje Thma Bang, ongeveer 60 kilometer van het stadje Krong Koh Kong (coördinaten Thma Bang: N11˚41.073 – E103˚26.355). Meer informatie konden we niet vinden.

We arriveerden op 25 januari 2009 in het stadje Krong Koh Kong en Edwin en Ivonne probeerden het boswachterstation in Thma Bang te bereiken met de mobiele telefoon van de een geldwisselkraampje waar we even tevoren al wat Thaise Baht hadden gewisseld in Cambodjaanse Riel’s. Er nam echter niemand op. Maar spoedig daarna kwam de eigenaar van het geldwisselkraampje naar ons toegelopen om te melden dat de boswachter had teruggebeld. We waren van harte welkom op het boswachterstation, maar moesten wel ons eigen eten meebrengen. Er zou ter plekke wel iemand zijn die het eten voor ons zou kunnen bereiden. We spraken met de boswachter af dat we zouden bellen zodra we transport hadden geregeld, zodat hij wist wanneer hij ons zou kunnen verwachten. Nu nog het vervoer regelen. Dat was niet gemakkelijk. Het was namelijk Chinees Nieuwjaar (ook wel het Tet-feest genoemd), waardoor mensen niet geïnteresseerd waren om te werken. Dat was echter niet het enige probleem. Aan de handgebaren van de taxichauffeurs was ook duidelijk te zien dat de weg naar Thma Bang erg slecht was. In ieder geval te slecht voor hun auto. De vraagprijs voor de retourrit was in eerste instantie 150 US$. Dat vonden wij te hoog. Een tuc-tuc-rijder kon wel iemand die het voor 120 US$ wilde doen, zei hij. Geregeld dus, dachten we. Niet dus, want uiteindelijk kwam hij niet opdagen. We kwamen al gauw daarna tot de conclusie dat er niemand te vinden was die ons vandaag naar Thma Bang zou willen brengen. Derhalve namen we onze intrek in een hotelletje.

Het Cardamom gebergte is een prima plek om vogels te spotten
 

Nog diezelfde dag konden we toch vervoer regelen naar Thma Bang. Maar dan wel voor de dag erna. De volgende dag om acht uur in de morgen stond de Toyota Camry klaar voor ons hotelletje. Alvorens daadwerkelijk te vertrekken zijn we nog naar de markt gereden om inkopen te doen: 16 stuks instant noodles, 36 liter mineraalwater, 3 pakken crackers met suiker, 3 zakken chips, 24 broodjes, 1 blik vis, 1 pot jam en 30 bananen. Toen onze chauffeur de bananen zag, barstte hij in lachen uit. “You can also buy them there”, was zijn opmerking. Dat gaf ons geen goed gevoel. Het zou namelijk betekenen dat er bananenplantages zijn. En dat midden in de jungle? Met de kofferbak vol gingen we uiteindelijk op weg naar Thma Bang. Na ongeveer 25 kilometer op een mooie asfaltweg te hebben gereden, werd ons duidelijk waarom er zo weinig animo was om ons naar de Cardamom Mountains te brengen, voor een toch heel goede prijs! We sloegen namelijk linksaf naar een rood gravelpad. Er volgde een traject van enorme gaten en scherpe rotspunten waartussen de chauffeur hotseknotsend zijn weg probeerde te vinden. We moesten een paar keer uitstappen zodat de auto minder gewicht had. Daarbij was de weg op sommige plaatsen erg heuvelachtig met pittige hellingen. De rit zou in de Dakar-rally niet misstaan. Er was namelijk ook heel veel stof!

Onderweg zagen we het dagelijkse leven van de Cambodjanen die hier in dit afgelegen gebied wonen. Ze leven in houten hutjes op palen. Overdag bevinden ze zich onder hun hutje waar ze de bescherming vinden tegen de zon, of ze werken op de bananenplantages. Jawel, waar we al bang voor waren, werd ook de realiteit. Grote delen van de jungle zijn verwijderd ten behoeve van plantages. Het maakt je treurig als je de grote oppervlakten ziet die de plantages innemen. En het is nog treuriger om te weten dat de plantages steeds verder worden uitgebreid. Van de andere kant; deze arme mensen moeten ook hun kost verdienen. Toen de mensen ons zagen zwaaiden ze en riepen ze ons met een brede glimlach toe. Vooral de kinderen waren super vrolijk. In een riviertje werd kleding gewassen en tegelijkertijd werd datzelfde riviertje gebruikt als toilet. Je zag mannen sjouwen met een juk waaraan twee emmers water hingen. Er waren ook families met enkele koeien en waterbuffels. Kleine motoren zijn hier het voornaamste vervoermiddel. Er zit dikwijls een hele familie op; vader, moeder, en één of twee kinderen. Daarnaast zijn de Cambodjanen meesters in het volpakken van hun motor; torenhoge stapels bamboe, balen rijst en zelfs levende varkens.

De moeilijker te bereiken delen van het park zijn per motor bereikbaar
 
Tijdens onze eerste verkenningstocht zagen we tot ons grote plezier veel verschillende soorten vogels. Zonder veel moeite zagen we onder andere Scarlet Minivets, de Bee-eaters en Hill Myna’s. We hoorden en zagen ook een Plain-Pouched Hornbill. Geweldig! Het geluid van de vleugelslag was onvergetelijk. Op de tweede dag van ons bezoek wilden we met een gids door de jungle naar een waterval gaan. We moesten daarvoor eerst vier motoren huren om ons naar het beginpunt van de wandeling te brengen. De punt ligt op twaalf kilometer van het boswachterstation. Voor wie van avontuur en motorcrossen houdt, is dit een echte aanrader! Vooral als je het geluk hebt wat ik had. Achteraf gezien dan wel! De motorrijder waar ik bij achterop zat was een snelheidsduivel van de eerste categorie. Daarbij kon hij geweldig goed sturen. Was de weg van Krong Koh Kong naar het boswachterstation een holderdebolder weg, deze weg was nog uitdagender. Diepe groeven in de lengte van de weg en grote kuilen afgewisseld met uitstekende rotspunten maakten dit zandpad nagenoeg onberijdbaar. Verder kwamen bij een riviertje waar een gammel bruggetje over lag. Mijn chauffeur gebaarde dat ik kon blijven zitten, terwijl de anderen moesten afstappen. Ik ben gewoon achterop blijven zitten en zo reden we over het smalle plankje heen.

Bij een ander zeer onstabiel bamboebruggetje, dat iets verderop lag, moest iedereen afstappen. Toen ook ik dit wilde doen, bleek het wederom niet nodig te zijn. Met een hoog toerental reed de chauffeur veilig naar de andere kant. En dan nog de steile hellingen die we moesten nemen. Met veel flair en met af en toe de voeten aan de grond, deed hij alsof het een makkie was. Eenmaal boven, suisden we met hoge snelheid naar beneden, alle obstakels ontwijkend. Onderweg probeerde ik hem duidelijk te maken om wat kalmer aan te doen. Ik ben immers geen 16 meer! Wij kwamen natuurlijk als eerste aan op het vertrekpunt van de wandeling door de jungle. De adrenaline gierde nog door mijn lijf. Ik maakte de chauffeur duidelijk dat hij voor mij toch echt te snel had gereden, maar zoals al eerder gezegd, achteraf was het toch wel prachtig. De wandeling met de gids was ronduit een tegenvaller. We bleven in de buurt van een rivier die ons naar de waterval zou moeten leiden. Er lagen grote rotsblokken waar we overheen moesten klauteren. Zodoende was er geen tijd om rond te kijken. Daarbij kwam nog eens dat het gevaarlijk was met al dat gladde mos en bladeren.

Prachtig was het volgende. We zagen namelijk een colonne mieren van tussen de 5 en 10 centimeter breed en tientallen meters lang, die over de rotsen kroop. Zeker was dat de colonne nog veel langer was, want het beginpunt konden we niet eens vinden. Af en toe volgden we een stukje pad in de jungle. Daar zagen we ook iets opmerkelijks. Tientallen witte spinnetjes kropen door elkaar heen langs een dun takje. In het licht van de zon gaf dit een zeer speciaal effect. “Zoiets zie je alleen op National Geographic Channel”, dachten we nog. Het klauteren over de rotsen was zeer inspannend. Dat geeft niets, als je tegelijkertijd maar wat ziet of meemaakt. Dat was helaas niet het geval. We besloten om niet verder te lopen, maar terug te keren naar het boswachterstation. ’s Middags konden we dan namelijk nog een keer gaan vogelspotten. Toen we het beginpunt van onze wandeling weer naderden zagen we dat lokale mensen zich aan het vermaken waren in de rivier. Er kwamen nog twee grote groepen uitbundige mensen aan, om hier de middag te gaan doorbrengen. “Happy New Year”, klonk het al van ver weg. Wij wensten hun hetzelfde en schudden handen alvorens we vertrokken. Ivonne heeft dit niet meegekregen was die was al lang vertrokken met “mijn” kamikazepiloot.

De middagwandeling was een gouden greep. We spotten onder andere de Red-throated Flycatcher, de Great Hornbill, de Oriental Pied Hornbill, de Grey-capped Pygmy Woodpecker, Black-naped Oriole en verschillende Barbets. Geweldig! De dag erna kwam er een eind aan ons verblijf in de Cardamom Mountains. Met gemengde gevoelens denken wij terug aan ons verblijf. Aan de ene kant was er de teleurstelling van de grotendeels verdwenen jungle, maar aan de andere kant het bijzondere avontuur dat we hebben beleefd, de vriendelijke mensen die we hebben ontmoet, en de prachtige vogels die we hebben gezien. Toen we ‘s morgens de deur van ons bungalowtje openden, zat er een Oriental Pied Hornbill in de boom om ons gedag te wensen. Tevens werden we voor de laatste keer verwend door de mensen van het boswachterstation met een heerlijke schaal verse Papaja. Super!


Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us