Belize: een Caraïbische enclave in Midden Amerika | |
Quetzaltenango (Guatemala), 9 juni 2017 |
|
|
|
Als we de grens tussen Guatemala en Belize oversteken, lijkt het even alsof we een paar jaar teruggaan in de tijd. Destijds reisden we rond door de Caraïbische eilanden, maar nu zitten we nog steeds op het vaste land van Midden Amerika. We hebben wel even getwijfeld of we Belize zouden bezoeken tijdens deze trip. Belize is een land dat vooral wordt bezocht door twee type toeristen: de strandliefhebbers en de mensen die grof geld betalen om te mogen verblijven in een luxe jungle resort waar ze met behulp van een gids hun vogellijst kunnen uitbreiden. Eigenlijk passen wij in geen van beide categorieën, maar nu we zo dicht bij Belize waren, hebben we ons toch laten verleiden tot een bezoekje. De vraag is: hebben we hier goed aan gedaan? Belize is de jongste natie in deze regio; pas in 1981 verkreeg het voormalige Brits Honduras onafhankelijkheid. Wellicht komt het deels door de taal dat de Belizanen veel toeschietelijker zijn om een praatje met buitenlandse reizigers te maken. Dat is het mooie van de Engelse taal: je kunt er vanuit gaan dat iedereen die verstaat en dat klopt meestal ook. Uiteindelijk vinden we het contact met de mensen die we tijdens deze paar weken hebben ontmoet, het hoogtepunt van Belize. Belize heeft namelijk een uiterst gemêleerde samenleving, waardoor je je buskaartjes koopt bij een Garifuna (een zwarte Carib), je praat over voetbal met een Creool en vervolgens ben je uiterst verbaasd als je in het Plat-Duits wordt aangesproken door een Mennoniet. |
|
Genieten van een Belikin, het lokale bier van Belize |
|
Ondanks dat de Mennonieten slechts zo’n drie procent van de bevolking uitmaken, is het een opvallende bevolkingsgroep. Men behoort toe aan de Nederlands/Duitse diaspora die tegenwoordig veelal in besloten gemeenschappen woont. De mennoniet die ons in de bus aanspreekt vertelt, dat hij met zijn vrouw op bezoek gaat bij zijn familie. Hij is gekleed in een ruime tuinbroek en zijn vrouw draagt een lange jurk met een hoofddoek. Ze doen ons erg denken aan de Amish, die je wel eens in de film ziet. “Wij wonen hier in Belize, hebben een Belizaans paspoort, maar leven nog grotendeels zoals onze voorouders deden” vertelt de man. “Op onze scholen wordt alleen in het Duits en Platduits les gegeven; het Engels dat ik spreek heb ik mezelf aangeleerd om wat handel te kunnen drijven met de buitenwereld. De reden dat we vaak op afgelegen plekken leven is omdat we onze oude cultuur willen beschermen.” Nadat het echtpaar is uitgestapt komt een Creool bij ons zitten om zijn zegje te doen over de Mennonieten. “Het zijn aardige mensen hoor, maar ze maken wel het bos kapot.” We horen dat de Mennonieten veel hardhouten prefab huizen maken, die daarna weer worden verkocht aan rijke Amerikanen die hier een vakantiehuisje willen hebben. “En als ze de waardevolle bomen uit het bos hebben gehaald, dan branden ze de rest plat”. Zoals gezegd heeft Belize een diverse samenleving, met veel verschillende etnische achtergronden. Dit gaat wonderbaarlijk goed, maar toch hoor je personen van de ene bevolkingsgroep vaak praten over de andere. Een man van Indiase afkomst waarschuwt ons als we naar Belize Stad gaan: “daar moet je echt uitkijken: daar wonen “de zwarten”, die willen niet werken voor hun geld, zij pakken het van je af”. De Creolen hebben echter ook weer wat te zeggen over de mensen van Chinees/Taiwanese afkomt die hier zijn komen wonen vanwege een programma waarbij ze een Belizaans paspoort kregen na een investering van tussen de 25.000 en 50.000 dollar. “Die Chinezen willen alleen maar geld aan ons verdienen. Ze willen zo min mogelijk Belizanen aannemen om in hun bedrijven te werken en leren niet eens de taal van het land waar ze wonen.” |
|
Bus waarmee we arriveerden in San Ignacio vanaf de grens met Guatemala |
|
Naast dat we hebben genoten van het contact met de lokale bevolking, vonden we het ook weer leuk om ons weer een tijdje te kunnen onderdompelen in de Caraïbische sferen. Het geluid van de steeldrums en reggae-achtige muziek op de achtergrond terwijl we een lekker drankje met flink wat rum drinken. Daarnaast is het eten hier ook weer even wat anders dan in de rest van Midden Amerika. Even wat minder tortilla’s en wat meer coconut rice-and-beans met een lekker vleesstoofgerecht. Ondanks dat we het leuk vinden dat we een indruk hebben gekregen van dit kleine tropische landje, kunnen we niet zeggen dat dit de perfecte reisbestemming voor ons is. Het is niet vreemd dat dit met name een bestemming is voor de strandgangers; dat komt omdat er voor individuele reizigers niet veel anders te doen is als je niet allerlei toertjes wilt boeken. Veel van de bezienswaardigheden in het land – zoals Maya steden of bijzondere jungle gebieden - zijn lastig (of geheel niet) bereikbaar met het openbaar vervoer waardoor een bezoek hieraan een dure aangelegenheid is. Dit type bezienswaardigheden zijn daarnaast ook in Mexico of Guatemala te vinden en deze schijnen vaak zeker net zo mooi te zijn. Vandaar dat wij ons puur op de “gewone stadjes” van Belize hebben gericht en de mensen die daar in wonen. En in onze zoektocht naar het “gewone” Belize stuitten we toch op één van de vreemdste hoofdsteden die we ooit hebben gezien: Belmopan. Belmopan is een stadje met amper 20.000 inwoners en is sinds de jaren ’70 de hoofdstad van Belize. Zoals de meeste hoofdsteden die met dat doel zijn gebouwd, heeft Belmopan weinig atmosfeer en daarnaast heeft het de pech dat het in de tijd is ontworpen dat de Brutalistische architectuur in zwang was. Het woord Brutalisme is afgeleid van het Franse woord voor “ruw beton” en daar kunnen we ons sinds dit bezoek aan Belmopan veel van voorstellen. We hebben vaak gefantaseerd hoe Henkie na een sollicitatie bij het Ministerie van Buitenlandse zaken enthousiast thuis komt en zegt: “Mam ik krijg een baan bij de ambassade in Belize! Ik kijk zo uit naar het expat leven en het leven in de weelderige tropen”. Wat moet dat een schok zijn geweest voor deze Henkie toen hij zijn standplaats Belmopan voor het eerst met eigen ogen zag. Maar goed, in tegenstelling tot Henkie hoeven wij geen jaren in Belize te verblijven en voor ons is dit bezoek dus prima geweest; niet te lang, maar lang genoeg om een indruk te krijgen van de Belizaanse levensstijl. Het was fijn om weer even de Caraïbische sfeer proeven en nu gaan we snel weer terug naar het “echte” Midden Amerika! |
|
Het politieke hart van Belize, het parlementsgebouw in Belmopan |
|
Chirmole, een traditionele soep uit Belize |
|
Wachten in Belmopan op de bus naar Belize Stad |
|
Caribische architectuur in Belize Stad |
|
In de bus op weg naar Punta Gorda © copyright - Babakoto.eu / 2017 |