Engels | Nederlands
Barbados: zon, zee en strand
Gros Islet (St. Lucia), 18 maart 2015

Barbados is ongetwijfeld één van de eilandjes in het Caraïbische gebied met de meest aansprekende naam. Voor veel mensen, zeker diegenen die voor een vakantie afreizen naar dit kleine eilandstaatje, betekent Barbados maar drie dingen: zon, zee en strand. En zo is het feitelijk ook. Het eiland wordt overstroomd door vooral Britse toeristen die zo ongeveer vanuit elke grotere stad in Engeland rechtstreeks naar dit stukje paradijs in het Caraïbische gebied kunnen vliegen. En Britten zijn er veel, heel veel. Sommigen komen voor een korte zonvakantie, maar er zijn er ook heel veel die voor meerdere maanden per jaar het regenachtige weer in Europa ontvluchten en overwinteren in één van de vele ‘condos’ (appartementen) die het eiland rijk is.

De geschiedenis van Barbados is vergelijkbaar met die van veel andere eilandjes in de regio. De eerste mensen die het eiland permanent gingen bewonen, staken met kleine, uit bomen gehakte kano’s, over vanuit het zuid Amerikaanse vaste land. Vanaf de 16e eeuw kwam ook Barbados in de greep van de slavenhandelaren. In eerste instantie werden de bewoners van Barbados gebruikt als werkkrachten in de zilver- en goudmijnen van de nieuwe Spaanse koloniën in Zuid Amerika. In 1625 werd het eiland geclaimd voor de Britse kroon en enkele jaren later arriveerden de eerste Britten om zich er permanent te gaan vestigen. Barbados werd omgetoverd tot één van succesvolste suikerrietproducenten van de wereld en scheepsladingen vol slaven uit Afrika werden aangevoerd om op de plantages te werken. De slavenhandel en het gebruik van slaven werden respectievelijk in 1807 en 1838 afgeschaft. Maar heel veel veranderde er niet, omdat de meeste slaven geen andere opties hadden dan te blijven werken voor de blanke plantage-eigenaren.

Selfie in het vliegtuig van Jamaica naar Barbados
 

Vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw begonnen de landeigendomsverhouding langzaam te veranderen. De zwarte bevolking kreeg meer geld in handen omdat grote groepen voor meerdere jaren als immigrantarbeider gingen werken in de regio, bijvoorbeeld bij de bouw van het Panamakanaal. Daarnaast was de suikerrietmarkt niet meer zo winstgevend als voorheen waardoor blanke landeigenaren eerder geneigd waren land aan zwarten te verkopen, iets wat voorheen altijd geweigerd werd. Maar de belangrijkste stukken grond, de grond waar tot op de dag van vandaag veel toeristengeld mee kan worden verdiend, zijn nog steeds in handen van buitenlanders. Dat is dan ook de klacht die we enkele malen van lokale mensen hebben gehoord. Er wordt veel geld op het eiland aan toeristen verdiend, maar het meeste geld vloeit linea recta terug in de zakken van buitenlande investeerders.

Heel veel meer dan toerisme doet Barbados overigens niet. De zuid- en westkust van het eiland zijn grotendeels voor het toerisme ontwikkeld, middels een aaneenschakeling van resorts, restaurants en barretjes. Aan alles is te zien dat de ontwikkeling van de toeristeninfrastructuur, die vooral vanaf 1960 is ontwikkeld, ondoordacht en ongebreideld heeft plaatsgevonden. Het is een ratjetoe van projecten geweest, zonder de ontwikkeling van het geheel in het oog te houden. Barbados is los van de paradijselijke stranden, niet echt een paradijs te noemen. Sfeer is ver te zoeken, of het moet in één van de vele ommuurde resorts te vinden zijn. Verblindt door de toeristendollars lijkt de lokale regering alles goed te hebben gevonden en hebben projectontwikkelaars vrij spel gekregen, met alle gevolgen van dien. Lelijke gebouwen domineren de kustlijn en omdat er bouwvergunningen zijn gegeven tot op het strand, is er geen plaats meer voor een boulevard waardoor het strand veel meer tot z’n recht zou komen. Nee, wat dat betreft hebben veel landen in bijvoorbeeld zuidoost Azië het veel beter aangepakt.

Eén van de paradijselijke stranden van Barbados
 

Met uitzondering van een enkeling, blijven de meeste toeristen alleen in het gebied rondom hun hotel. Daardoor is het eiland buiten de toeristengebieden, nog verfrissend authentiek. Vooral de oostkust van Barbados is prachtig. Dit is het deel van het eiland zonder de poederzachte stranden waardoor grootschalige ontwikkeling hier nog niet heeft plaatsgevonden. Er zijn een aantal prachtige wandelingen te maken in dit gebied waaronder de ongeveer 8 kilometer lange wandeling langs de grillige oostkust van Bath naar Bathseba. Ook het hoofdstadje Bridgetown is zeker de moeite waard met een paar interessante koloniale gebouwen en enkele sfeervolle winkelstraatjes. Openbaar vervoer is overigens prima geregeld in Barbados. Bijna alle uithoeken van het eiland zijn per bus te bereiken.

Is Barbados de moeite waard? Dat hangt volledig af van de verwachtingen die je van het eiland hebt. Ga je puur voor een strandvakantie waarbij zon, zee, strand en een biertje de belangrijkste ingrediënten zijn, dan ben je ongetwijfeld aan het goede adres. In die zin is Barbados misschien wel het duurdere alternatief voor de Costa del Sol in Spanje. Ga je echter voor een vakantie waarbij je meer zoekt dan alleen de activiteiten op en rondom een strand, dan kun je het eiland beter aan je voorbij laten gaan. Wil je echter toch graag in deze regio van het Caraïbische gebied verblijven, dan zijn het nabij gelegen Saint Lucia en Saint Vincent waarschijnlijk betere opties.

Kleurrijk centrum van Barbados' hoofdstad: Bridgetown
Kleurrijke supermarkt in Bridgetown
Handel in kokosnoten
Wandeling tussen Bath Beach en Batsheba aan de oostkust van Barbados
De ruige baai van 'Soup bowl', een bekende surfplek
 
 

Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us