Engels | Nederlands |
|
‘Cruise’ over de Kaspische Zee | |
Bakoe (Azerbeidzjan), 24 september 2015 |
|
|
|
Eén van de meest memorabele bootreizen in de wereld is ongetwijfeld het oversteken van de Kaspische Zee tussen Kazachstan en Azerbeidzjan. Deze oversteek per boot was vroeger populair, toen vliegen nog duur was. Maar tegenwoordig vlieg je in 65 minuten van Aktau (Kazachstan) naar Baku (Azerbeidzjan) voor minder dan 80 Euro. De vrachtboot daarentegen, kost 100 Euro per persoon en duurt ergens tussen de één en vier dagen. Vandaar dat niet veel mensen meer voor de boot kiezen. Alleen vrachtwagenchauffeurs, reizigers met een eigen vervoermiddel, en enkele rugzaktoeristen kiezen nog voor deze vorm van zelfkastijding. Er is geen vast schema voor de schepen tussen Kazachstan en Azerbeidzjan. Een aantal vrachtboten vaart deze route, en een enkeling is bereid ook passagiers mee te nemen. Het vervoeren van cargo is echter hun belangrijkste activiteit, dus verwacht als passagier geen services aan boord. Hieronder zetten we kort uiteen hoe onze overtocht is verlopen. |
|
Ivonne in onze niet-al-te-schone hut |
|
Voorbereiding Wij hebben de route van Kazachstan naar Azerbeidzjan gevaren. Toen we in Aktau aankwamen zijn we direct naar één van de reisbureautjes gegaan die kaartjes voor vrachtschepen verkopen. Wij kozen voor het naamloze reisbureau in Mikrorayon 5, appartementenblok 29, appartement 1 / N43° 38.219' E51° 09.439'). Toen we in het reisbureau aankwamen was nog niet bekent wanneer er weer een schip naar Baku zou vertrekken. We hebben een kopie van ons paspoort en ons telefoonnummer achtergelaten. De dame van het reisbureau, die overigens een klein beetje Engels sprak, beloofde ons te bellen zodra bekend zou worden wanneer er weer een schip de oversteek zou gaan maken. Uiteindelijk belde ze twee dagen later, met de opmerking dat de ochtend erop een boot zou vertrekken. We dienden direct naar het reisbureau te komen om de kaartjes te komen kopen. De dame van het reisbureau vroeg ons eerst nog een keer of we echt wel met de boot wilde gaan. Ze maakte het gebaar van een vliegtuig om nogmaals duidelijk te maken dat vliegen echt een betere optie is. Toen haar overredingskracht niet voldoende bleek te zijn, nam ze onze 120 US$ per persoon aan en vertelde ons dat we voldoende eten moeten meenemen op de boot. De volgende ochtend om zeven uur zou de boot vertrekken. “Zorg dat je al om zes uur in de haven bent zodat jullie voldoende tijd hebben om door de immigratie en douane te gaan”, riep ze ons nog na toen we haar kantoortje verlieten. Dag 1 De volgende ochtend om vijf uur namen we de taxi naar de haven. Toen we er aankwamen was het uitgestorven. Een veiligheidsbeambte sommeerde ons in een wachtruimte van de douane te gaan zitten. Alle loketten waren nog gesloten. Op een enkel loket stond dat de douane pas om half negen open zou gaan, dus we kregen al het vermoeden dat de boot niet om zeven uur zou vertrekken. Om half negen gingen inderdaad de eerste luikjes open, maar verder gebeurde er niets. Pas om elf uur konden we door de douane en de immigratie heen om naar de boot te gaan. Inmiddels was het groepje reizigers uitgebreid tot zeven. Onszelf, een Pool met een jeep, een Brit, twee Amerikaanse Chinezen met offroad motoren en een Israëli. We hadden voldoende water en eten bij voor drie dagen. Acht liter water, Nescafé koffie, 5 broden, een pot pindakaas, twee zakken chips, 10 Snickers repen en twee maaltijden instant noedels. Aangezien er maar weinig mensen op het schip waren, had het de sfeer van een spookschip. We waren vrij om het schip te verkennen, en alleen toen ze ons in de motorruimte zagen, werden we verzocht dit deel van het schip te vermijden. Het bovendek was een ideale plek om van het uitzicht te genieten en onder het genot van een bak koffie reisverhalen met andere reizigers uit te wisselen. De laadruimte van het schip vulde maar heel langzaam, waardoor het vermoeden steeds groter werd dat we vandaag waarschijnlijk niet meer zouden vertrekken. We weten immers uit ervaring dat men in dit deel van de wereld niet met half lege auto’s, bussen, vrachtwagens, of schepen wenst te vertrekken. Laat in de avond gingen we uiteindelijk slapen, terwijl de boot nog steeds in de haven van Aktau lag. | |
Op het dek van de Akademik Hesen Aliyev |
|
Dag 2 Om kwart voor zeven in de ochtend werd er op de deur van onze hut geklopt. Het was een immigratiebeambte die nogmaals onze paspoorten wilden controleren. Hij verzekerde ons dat we op het punt stonden om te vertrekken. Uiteindelijk vertrokken we om iets voor negen in de ochtend, met 26 uur vertraging, uit de haven van Aktau. De eerste drie uren voeren we maar met 15 kilometer per uur volgens onze GPS. De totale afstand van de overtocht is ongeveer 550 kilometer, waardoor we al snel berekende dat we ongeveer 36 uur onderweg zouden zijn. Maar snel daarna accelereerde de boot naar ruim 22 kilometer per uur, waardoor we de hoop kregen dat we de volgende ochtend om een uur of tien in de haven van Alat zouden arriveren. Alat is de locatie van de nieuwe haven van Baku, die ongeveer 70 kilometer ten zuiden van de stad ligt, en waar tegenwoordig de meeste boten aankomen en vetrekken. Het was prachtig weer. We verbleven de meeste tijd op het bovendek, dronken koffie, praatten met de andere reizigers en struinden af en toe door de verlaten delen van het schip. Het personeel van het schip bestond uit ongeveer 15 mannen en 5 vrouwen. De mannen hielden het schip operationeel, terwijl de vrouwen vooral in de keuken en het washok te vinden waren. De dames kookten alleen voor het personeel, maar als je bereid was een paar dollar te betalen, waren ze ook gewillig een simpele maaltijd voor de reizigers aan boord te maken. We gingen vandaag te bed met het idee dat we de volgende ochtend in Alat zouden arriveren. Dag 3 Om ongeveer half negen in de ochtend voelden we in onze kajuit dat de motoren van het schip werden afgezet. Het gebrom en de vibratie van de motoren verdween en we hoorden hard geratel, wat achteraf het neerlaten van de ankers bleek te zijn. We liepen snel naar het bovendek in de verwachting dat we er waren. En dat was ook zo, zij het dat we op 10 kilometer uit de kust lagen. Met de verrekijker zagen we dat de twee dokken van de haven allebei bezet waren en dat we op onze beurt moesten wachten. Aangezien onze boot ook treinwagons aan boord had, moesten we wachten op een dok met een railverbinding. De kapitein verzekerde ons dat het maximaal vier uren zou gaan duren. Maar in de kapitein hadden we weinig vertrouwen meer na zijn vele onjuiste voorspellingen van de afgelopen dagen. De vier uren verstreken, en we zagen aan het feit dat de bemanning rustig aan het vissen was, dat er weinig stond te gebeuren. Om drie uur in de middag zagen we met de verrekijker dat er een dok vrijkwam en tien minuten later werd het anker binnengehaald. De motoren werden gestart en voordat de enorme zwarte rookpluimen waren verdwenen voeren we richting de haven. Het aanmeren duurde ruim een half uur omdat duwboten ons in de juiste positie moesten manoeuvreren, omdat ons schip niet over de motoren beschikte om korte bochten te maken. Om vier uur in de middag kregen we onze paspoorten terug en konden we het schip verlaten. Ruim 57 uur na onze geplande vertrektijd zetten we voet op Azeri bodem. Voor beiden van ons, de eerste keer. |
|
Onze ferry in de haven van Aktau voor vertrek |
|
De staan toilet. Zitten is alleen een optie voor helden ... of losers! |
|
Ivonne grbruikt de fitness spullen van de bemanning |
|
Eén van de twee gigantische motoren van het schip |
|
Onderhoud is hier geen overbodige luxe |
|
Relaxen op het dek van de Akademik Hesen Aliyev |
|