Van de Dominicaanse Republiek naar El Salvador
Santo Domingo (Dominicaanse Republiek) naar San Salvador, december 2017

Nadat de ouders van Edwin weer richting Nederland zijn vertrokken, hebben we nog ruim twee weken te besteden in de Dominicaanse Republiek. Ons oorspronkelijke idee was om een 4x4 auto te huren en daarmee enkele nationale parken in het Zuidwesten van het land te bezoeken. Als we echter goed tellen wat dat in totaal extra gaat kosten, laten we het plan varen. Het gebied en de daarbij behorende vogels zullen zeker mooi zijn, en met een 4x4 rondcrossen is altijd leuk, maar aangezien iedere euro maar één keer kan worden uitgegeven bewaren we deze centen liever voor wat meer bijzonders. Het alternatief dat we voor deze weken in de Dominicaanse Republiek hebben is ook niet slecht. We gaan vanuit Santo Domingo via Santiago naar het Centrale berggebied rondom Jarabacoa en Constanza.

Santiago is de tweede grootste stad van de Dominicaanse Republiek en ligt niet op het platgetrapte toeristenpad. Het is daarmee een prima plek om het gewone Dominicaanse Republiek in je op te nemen. Hectische straatjes worden gevuld met swingende muziek die vanuit grote muziekboxen schalt. Iedere winkel, of ze nu kleding verkopen of medicijnen, lijkt wel een muziekinstallatie op de stoep te zetten om klanten te trekken. De Dominicanen houden van muziek en het liefst met veel decibels. Santiago heeft nog veel traditionele houten Caraïbische huisjes; mooi en kleurrijk voor de bezoeker, maar gezien de erbarmelijke staat van onderhoud geen luxe om in te wonen.

Tussen de grotere steden van de Dominicaanse Republiek kun je eenvoudig en comfortabel met eerste klas bussen reizen. Wanneer je kleinere bestemmingen wilt aandoen ben je op gedeelde minibussen en pick-ups aangewezen. Zo gaan we met een overstap in La Vega met de gedeelde minibus naar Jarabacoa. Zoals in heel de derde wereld wordt iedere plaats in het busje gebruikt. Als alle reguliere zitplaatsen bezet zijn, hangt men een aan-elkaar-genaaide zitting en rugleuning tussen de twee stoelen langs het smalle gangpad. Zo creëren ze extra zitplaatsen en extra opbrengsten voor de chauffeur. Voor Edwin betekent het reizen per minibus weer een training in souplesse. De busjes zijn zeker niet ingericht voor een twee meter lange man.

Achter in een bakkie van een pickup in de Dominicaanse Republiek
 

Jarabacoa ligt op zo’n 650 meter hoogte en daarmee is het hier wat koeler dan in de steden in het laagland. Nu we weg zijn uit de grotere steden, zijn de straten grotendeels gevuld met stinkende motoren waar ook kinderen op rijden, als zij maar groot genoeg zijn om erop te klimmen. De motoconcho –een motortaxi- is hier een uitermate praktische vorm van openbaar vervoer. Het is daarbij wel maar te hopen dat deze scheurneuzen niet vallen, want aan helmen doet men hier niet. Het onbesuisde rijgedrag van deze mannen draagt er ongetwijfeld aan bij dat men in de Dominicaanse Republiek in de top 10 van landen staat met de meeste verkeersdoden per hoofd van de bevolking (ruim 29 op de 10.000 inwoners). Van de dodelijke verkeersslachtoffers zijn 63% afkomstig uit de categorie motorrijders. We doen dus nog maar een schietgebedje en houden ons goed vast als we per motoconcho naar enkele bezienswaardigheden in de omgeving van Jarabacoa gaan. Het is een mooi gebied met enkele watervallen.

Een gedeelde pick-up brengt ons over een prachtige weg naar Constanza. We zitten achter in het bakje van de pick-up en geniet van de uitzichten. Constanza blijkt een extreem stoffig stadje waar de Santo Dominicanen in de hete tijd van het jaar in de weekenden naar toe komen om de koelte te zoeken. We bezoeken het park Ebano Verde en maken een dagtocht naar Salto de Aguas Blancas. Salto de Aguas Blancas is de hoogste waterval van het land en deze is bereikbaar via een hobbelige zandweg. Tijdens de heenweg per motoconcho zien we mooie vergezichten van bergen met nette aangelegde akkers. Omdat de waterval slechts 18 kilometer van het stadje Constanza ligt, besluiten we de terugweg grotendeels te lopen zodat we de uitzichten beter in ons kunnen opnemen. We passen kleine dorpen van de landarbeiders. Deze landarbeiders zijn zichtbaar arm, wonen in golfplaten hutjes en zij staan dagen lang te ploeteren in de felle zon. Veel Haïtianen zijn illegaal naar de Dominicaanse Republiek gekomen om hier wat geld te verdienen. Zij werken hier voor een hongerloon op de akkers en de plantages, maar waarschijnlijk vinden zij dit toch beter dan dat zij het in Haïti hebben. De armere Dominicaanse arbeiders zien de Haïtianen als verdringers op de arbeidsmarkt die de lonen laag houden: dat klopt waarschijnlijk ook in een land waar arbeidsrecht niet bestaat of niet wordt nageleefd. Hoe meer mensen zich aanbieden voor een baan, hoe minder de werkgevers aan hen hoeven te betalen. Wil de ene persoon het werk niet doen voor een bepaald loon, dan doet de andere het wel. Het meest schokkende is dat je mensen uren lang met bestrijdingsmiddelen ziet spuiten zonder ook maar iets van bescherming voor henzelf.

63% van de verkeersdoden in de Dominicaanse Republiek zijn motor-gerelateerd
 

Vanuit het Centrale Berggebied gaan we terug naar Santo Domingo waar we nog een paar dagen verblijven voordat we naar het vaste land van Centraal Amerika gaan. Tijdens onze vorige tocht door Centraal Amerika hebben we Mexico, Guatemala en Belize bezocht en nu willen we vanuit El Salvador verder naar het Zuiden trekken. Om in El Salvador te komen hebben we een vlucht gevonden van Santo Domingo naar Costa Rica en vervolgens na een overstap van 6 uur naar San Salvador. Onze vlucht in Santo Domingo vertrekt om 5:00 uur in de ochtend en we besluiten de avond van te voren op het vliegveld door te brengen. Het wordt een heel lange nacht waarbij we flink in onze boeken lezen. Na een nacht te hebben overgeslagen komen we in San Salvador aan; we zijn bek af.

Na één dagje uitpuffen in San Salvador vertrekken we direct naar Santa Ana: een koloniaal stadje in het Noordwesten van het land. (Zie ook het artikel over Santa Ana) Santa Ana is een prima uitvalsbasis voor Parque Nacional de Los Volcanes te bezoeken. Hier beklimmen we de Santa Ana vulkaan, waar we genieten van de grandioze uitzichten. Een echte aanrader! Verder bezichtigen we de Mayastad Tazumal, waar je weinig andere reizigers ziet. Eerlijk gezegd begrijpen we ook wel dat toeristen een Tazumal overslaan als zij de Mayavindplaatsen van Guatemala en Mexico reeds hebben gezien. Voor ons als vogelspotters is het echter een mooie plek waar we enkele prachtige creaties van de natuur zien.

Omdat de kerstperiode er aan komt gaan we terug naar San Salvador. In hoogseizoen weken zoals rondom Kerst en rondom Pasen, zoeken wij meestal een niet toeristische plek op om de drukke tijd uit te zitten. Het liefst zitten we dan in een “echte” stad waar we een supermarkt hebben, goed internet en genoeg plekken om een kopje koffie te drinken. San Salvador voldoet aan al die zaken en heeft daarnaast nog kleurrijk oud centrum, een mooie botanische tuin en je kunt er met de bus eenvoudig naar het strand. We bekijken de stad en werken flink aan de website. De foto’s van de Dominicaanse Republiek worden bijgewerkt (zie hier de foto impressie), we schrijven artikeltjes over de Dominicaanse Republiek (zie hier) en over Santa Ana en maken op de valreep nog een videoclip over de Dominicaanse Republiek (videoclip). San Salvador is voor ons dus een prima plek om lekker bij te werken, Kerst te vieren en om 2018 te beginnen. We kijken weer uit naar wat het komende jaar ons brengen gaat en we willen hierbij iedereen alle goeds voor 2018 toewensen.

We arriveren in San Salvador
Onherkenbare militairen controleren een man op een busstation in San Salvador
Stofvrij spuiten ?!?!
Een visser slacht vissen op een pier in La Libertad (El Salvador)

Landelijk leven in de bergen van El Salvador

© copyright - Babakoto.eu / 2017