Op naar Centraal Azië
Shiraz (Iran) naar Tasjkent (Oezbekistan), maart 2013

Met het verlengde Iraanse visum op zak konden we met een gerust hart Shiraz verlaten. De wegen in Iran zijn perfect en datzelfde geldt voor de bussen. Een comfortabele reis van een uurtje of vijf bracht ons naar Yazd, één van de oudste steden op aarde, althans volgens Unesco. Het oude centrum van Yazd bestaat uit smalle steegjes waarin het gemakkelijk verdwalen is. We verbleven in een traditioneel hotelletje in het centrum van de oude stad en verkenden vanuit hier deze eeuwenoude nederzetting. Maar ook Yazd verandert snel. Daar waar we tijdens ons eerste bezoek aan deze stad in 1998 nog voornamelijk ezeltjes en oude mannetjes tegenkwamen in de steegjes, zijn dat nu jongeren op snelle brommers.

Na een week vertrokken we weer, nu met Iran’s meest heilige stad Mashad als bestemming. Aangezien er overdag geen bussen op deze route rijden, waren we aangewezen op een nachtbus. En daar houden we niet van, maar zo af en toe komen we er niet onderuit. Vijftien lange uren duurde de rit en toen de zon eenmaal opkwam, een paar honderd kilometer ten zuiden van Mashad, zagen we dat het had gesneeuwd. Mashad is voor de Shiitische Moslims een bijzonder heilige stad omdat één van hun Imams (Reza de 8e) hier begraven ligt. Uiteraard bezoeken we het schrijn en zo ontmoetten we Hooda, de gids die ons door het schrijn heeft geleidt. Ze is een uitermate vriendelijke jonge vrouw die ons uitnodigt om de volgende dag in haar huis, in een buitenwijk van Mashad, te komen lunchen. Die uitnodiging slaan we uiteraard niet af. Mashad is ook de stad waar we bij het Turkmeense consulaat het transitvisum ophalen die we in Teheran hadden aangevraagd. En omdat het nu eenmaal ook af en toe moet, laten we onze brillenglazen vervangen. Voor 10 Euro per set glazen zijn we klaar!

Slachtafval in de kofferbak van een Paykan (Iraans automerk) in Yazd
 

Het is een paar dagen voor het Iraanse Nieuwjaar (No Ruz) als we het land verlaten en de grens met Turkmenistan oversteken (zie ook het artikel over de grensovergang). We hebben helaas maar een visum voor 5 dagen omdat Turkmenistan zich zoveel mogelijk wil afzonderen van buitenlandse invloeden en om die reden ook geen toeristen wil zien. Het land wordt sinds het uiteenvallen van de Sovjet Unie bestuurd door dictators die panisch zijn over alles wat buitenlands is. De vijf dagen zijn kort, maar voldoende om een globale indruk te krijgen van het land. Het is tot op heden één van de meest bizarre landen die we ooit hebben bezocht en waar het ‘politiestaat zijn’ zo aanwezig is. Ashgabat, de hoofdstad, bestaat voor een groot gedeelte uit marmeren gebouwen en de beeltenissen van de eerste president Niyazov en de huidige (tweede) president Berdymukhamedov. De eerste president overleed in 2006, maar is voor de Turkmenen helaas opgevolgd door iemand die bijna net zo maf is. Waar het uiteindelijk voor dit land gaat eindigen is niet te voorspellen, omdat de grootmachten van de wereld tot op heden de dictatuur in dit rijke olie- en gasland tolereren (zie ook het artikel over Ashgabat).

De andere stad in Turkmenistan die we bezoeken is Mary, een historische stad op de eeuwenoude zijderoute. Er zijn nog wat ruïnes (overblijfselen van de oude stad Merv) die je buiten de stad kunt bezoeken, maar die zijn niet echt de moeite waard als je niet heel erg in geschiedenis bent geïnteresseerd. We verblijven er één nacht en reizen de dag later via de stad Turkmenabat naar de grens met Oezbekistan. De grensformaliteiten verlopen uitermate soepel en een half uurtje later staan we met beide benen in Oezbekistan. We onderhandelen met een taxichauffeur over de prijs voor een taxi naar Bukhara, dat op ongeveer 100 kilometer van de grens ligt. Openbaar vervoer is er bijna niet in de zogenaamde Stan-landen, waardoor je vaak aangewezen bent op taxi’s of minibusjes die je met zoveel mogelijk mensen probeert te delen om de kosten beperkt te houden. Uiteindelijk kost de rit van 100 kilometer ons 20 US$ en worden we in het hartje van de oude zijderoute-stad Bukhara voor ons hotelletje afgezet.

Het fabuleuze Registan complex in Samarkand (Oezbekistan)
 
Bukhara is één van de meest bekende steden op de oude zijderoute en is nog prima bewaard gebleven. De stad staat bol van oude moskeeën en Koranscholen. Helaas is de sfeer van vroeger voor een groot deel verdwenen omdat het hart van de stad is omgetoverd tot een grote souvenirmarkt waar lokale mensen proberen te profiteren van het groeiende aantal bezoekers. Maar met een beetje zoeken kun je nog wel iets van het echte Bukhara vinden (zie ook de foto-impressie over Bukhara). Een busrit van ruim vier uren bracht ons vervolgens naar de allerbekendste stad van de oude zijderoute: Samarkand. Edwin bezocht Bukhara en Samarkand al eens in 1996 en hier in Samarkand was de schok van de verandering het grootst. Uiteraard was het beeld van het Registan Complex nog zo indrukwekkend als voorheen, maar daar hield het mee op. De stad wordt dagelijks overspoeld door duizenden toeristen (vooral binnenlandse toeristen) die vooral tuk zijn op de honderden souvenirstalletjes. Helaas hebben de lokale autoriteiten ervoor gekozen om de voormalige studentenkamertjes in de Koranscholen te verhuren aan souvenirverkopers. Dit betekent dus dat als je een toegangskaartje koopt om het Registan Complex van binnen te zien, je eigenlijk betaalt om naar een souvenirmarkt te gaan. En dat is triest omdat de souvenirstalletjes niet allen het aanzien van de eeuwenoude Koranscholen negatief beïnvloeden, maar ook de sfeer verzieken (zie ook de foto-impressie over Samarkand).

Onze volgende bestemming op de reis door Oezbekistan was de hoofdstad Tasjkent. De stad verraste ons in meerdere opzichten. De metropool liet een kosmopolitische indruk op ons achter met leuke winkeltjes, sfeervolle parken en gezellige cafeetjes en restaurantjes. De bezienswaardigheden van de stad zijn wellicht niet heel bijzonder, maar we hadden geen moeite om er vijf dagen door te brengen. Ondanks dat de stad groot is, zijn de mensen er nog steeds uitermate vriendelijk. Ook het reizen door de stad is goed geregeld met een uitgebreid bussysteem en zelfs een heuse metro waarvan enkele stations (zoals het Kosmonavtlar station) een bezienswaardigheid op zichzelf zijn. Tasjkent is om die redenen een prima start- of eindpunt voor elke bezoek aan de regio. Langzaam maar zeker maken we ons klaar voor de laatste bestemming die we willen bezoeken in Oezbekistan: de Fergana Vallei. Dit is de vallei die we gaan doorkruisen op weg naar het volgende land in de regio: Kirgizië.

Relaxen in ons traditioneel hotelletje Kourosh in Yazd
Een oude MIG-fighter in Mary (Turkmenistan)
Poseren in Bukhara (Oezbekistan)
Broodverkoopsters in Bukhara

Het Circus in Tasjkent in de echte Sovjet-stijl

© copyright - Babakoto.eu / 2013