Korea en Japan
Seoul (Zuid Korea) naar Beijing (China), September 2010
De rit van Seoel naar Sokcho geeft ons een eerste indruk van het Zuid Korea buiten de hoofdstad Seoel. De rit voert ons door een licht glooiend landschap waarbij ons direct opvalt dat Zuid Korea nog verrassend groen is. De heuvels zijn nog veelal bebost en buiten Seoel worden de hoge torenflats al snel vervangen door kleine huisjes in een landbouwrijke omgeving. In minder dan vier uur rijden we van Seoel, dat aan de westkust ligt, naar het kleine vissersstadje dat aan de oostkust van Zuid Korea ligt.

De belangrijkste reden om naar Sokcho te komen is het nationale park Seoraksan. Het is het meest spectaculaire nationale park dat het land rijk is, en het is een paradijs voor wandelaars. Zuid Koreanen zijn zelf ook wild op wandelen waardoor de nationale parken in het weekend erg druk kunnen zijn. We kiezen in Sokcho voor het kleine pensionnetje met de naam ‘The House’, en al snel komen we tot de conclusie dat dit één van de beste hotelletjes is die we in de afgelopen drie jaar hebben bezocht. De jonge en enthousiaste manager Hyo-Jun Yoo voelt precies aan wat de hedendaagse reiziger wil; prachtige schone kamers, wifi-internet, een prima ontbijt, bruikbare stadsinformatie en erg goede restaurant tips. En dat alles voor een zeer interessante prijs. Zo adviseerde hij ons een Koreaans buffetrestaurant waar we voor een vaste prijs (€ 7,- per persoon, en dat is een hele redelijke prijs in Zuid Korea) allerlei typische Koreaanse gerechten hebben kunnen proeven. Hier aten we ook onze eerste rauwe vis sushi.

Zicht op de haven van Busan in Zuid Korea
 

In dit hotel ontmoetten we ook een Nederlands koppel dat met de auto naar Zuid Korea was komen rijden. Het was een zeer aparte ervaring om een Ford Transit busje met Nederlands kenteken op de parkeerplaats van een pensionnetje in Zuid Korea te zien staan. Het jonge koppel was in acht maanden tijd vanuit Nederland naar Zuid Korea komen rijden, waarbij ze onder andere Kazakstan, Mongolië en Rusland hadden bezocht. In de Russische stad Vladivostok hadden ze het busje op de boot naar Sokcho in Zuid Korea gezet. De ontmoeting met dit koppel was verhelderend voor ons. Zelf hebben we namelijk ook het plan om vanaf eind volgend jaar een deel van de route per auto te gaan afleggen, waarbij we in eerste instantie dachten aan een vierwiel aangedreven terreinwagen. Dit koppel heeft echter laten zien dat het ook met een Ford Transit kan. En dat heeft heel veel voordelen. Niet alleen is zo’n busje veel goedkoper, hij is ook simpeler in onderhoud en daarnaast qua volume veel groter waardoor je er zelfs in kunt slapen. Het grote nadeel is echter zijn beperkte robuustheid Met een Ford Transit blijf je voornamelijk gebonden aan de verharde wegen en de betere zandpaden. Maar goed, nieuwe stof tot nadenken over wat de ideale reisauto voor ons zal zijn.

Na een aantal dagen in Sokcho te hebben doorgebracht nemen we de bus naar de stad Gyeong Ju. Dat kon niet rechtstreeks vanuit Sokcho, waardoor we hebben moeten overstappen in de stad Pohang. Gyeong Ju is een voormalige hoofdstad van het vroegere Shilla rijk. Er zijn nog behoorlijk wat tempels uit die tijd bewaard gebleven, maar het meest bijzondere van de stad vonden wij de koningsgraven die in de vorm van enorme molshopen nog her en der in de stad liggen. De hogere graven zijn meer dan tien meter hoog! Na een paar dagen in Gyeong Ju te zijn geweest, zijn we verder gereisd naar Busan. Gezien de beperkte grootte van Zuid Korea, zijn de busritten kort. Dat is weer eens wat anders na maanden te hebben gereisd in het immense China waar de busritten vaak lang en oncomfortabel zijn. Zuid Korea is wat betreft het openbaar vervoer een paradijs.

Busan is de tweede stad van Zuid Korea en voor ons vooral ook het vertrekpunt voor ons korte bezoekje aan Japan. Bij Busan Air hebben we twee vliegtickets op en neer naar Japan kunnen kopen voor een heel redelijke prijs. De enige beperking was dat we maximaal acht dagen in Japan mochten blijven, maar gezien het hoge prijspeil in Japan, was dat voor ons geen probleem. Daarnaast zijn acht dagen voor ons genoeg om een goede indruk van Japan te krijgen. Na een paar daagjes in Busan te hebben vertoefd vlogen we naar Kansai International Airport, nabij de stad Osaka. We hadden vooraf al besloten dat we een paar daagjes in Osaka wilde blijven, maar dat we vooral Kyoto wilde gaan bezoeken, volgens velen de mooiste en meest traditionele stad van Japan. En aangezien Kyoto op slechts een half uur per trein van Osaka ligt, zijn deze twee steden heel goed in één bezoek te combineren.

Geisha's in het centrum van Kyoto
 

Evenals Zuid Korea is Japan een hypermodern land. Ook in Japan zijn de mensen vriendelijk en vooral correct, maar op een bepaalde manier ook afstandelijk. Echt heel gemakkelijk in contact komen met Japanners is moeilijk. Deels komt dat ook omdat de kennis van de Engelse taal bij veel Japanners erg beperkt is. En dat is verassend omdat Japan een economische macht is waarbij men veel met het buitenland te maken heeft. Het schijnt zo te zijn dat de kennis van het Engelse schrift nog wel oké is, maar dat er veel angst is om Engels te spreken. Typisch Aziatisch zullen we maar zeggen; men is bang zijn gezicht te verliezen en men vindt het erg belangrijk wat anderen van hen vinden.

Osaka is een moderne woon-werk-winkel-stad met weinig echte bezienswaardigheden. Gewoon lekker rondslenteren en zien hoe de Japanners wonen, werken en winkelen is de grootste attractie van de stad. Kyoto is inderdaad een wereld van verschil. Het is een oude stad waar nog veel tradities in ere worden gehouden. Regelmatig zie je nog dames in kimono’s lopen en als je heel veel geluk hebt, en dat geluk hadden wij, kun je nog een echte geisha zien. En dat is bijzonder, want er schijnen er nog maar een stuk of tachtig in Kyoto te zijn, en die zie je maar zelden omdat ze zich niet heel veel in het openbaar vertonen. Kyoto is ook de stad waar we een avondje sushi hebben gegeten. En dan wel echte te verstaan, met veel rauwe vis. Heel veel mensen in het westen hebben de mond vol van sushi, dus we vonden het eens tijd worden dat we het ook eens zouden gaan eten. En Kyoto in Japan leek ons daarvoor de aangewezen plek. Wij kwamen al snel tot de conclusie dat sushi niets voor ons is. Vijf minuten op smaakloze en taaie rauwe octopus of kabeljauw kauwen was niet ons ideale avondje uit. De enkele stukjes sushi met heerlijk gerookte zalm en tonijn kon ons echter beter bekoren.

Na ons bezoek aan Japan zijn we teruggevlogen naar Busan in Zuid Korea. We hebben vervolgens de trein naar Seoel genomen waar we nog een paar dagen zijn verbleven voordat we terugvlogen naar Beijing in China. Het was inmiddels 20 september en de dag dat de ouders van Ivonne zouden arriveren in Beijing naderde snel. Op 23 september arriveerden ze op het internationale vliegveld van Beijing en na elkaar bijna een jaar niet meer gezien te hebben was het een welkome ontmoeting. Ruim twee maanden gaan ze met ons meereizen, van Beijing naar Tibet, vervolgens over de Himalaya naar Nepal om te eindige in de hectiek van India.

We vertoefden enkele dagen in Beijing waar we onder andere de Grote Muur, de Verboden Stad, het zomerpaleis en het Olympisch park hebben bezocht. Ook de treinreis naar Lhasa, de hoofdstad van Tibet, was een enorme ervaring. De reis duurde 48 uur, waarbij we de hoogste treinpas ter wereld hebben overgestoken, op ruim 5100 meter. Tibet here we come!

 

© copyright - Babakoto.eu / 2010