In het voetspoor van Chinggis Khaan
Xīníng (China) naar Sainshand (Mongolië), Juni 2010
Door middel van een lange nachttrein, verruilen we Xīníng voor Bĕijīng. Het is de eerste keer dat we in de Chinese hoofdstad zijn en nemen onze intrek in een hotelletje vlak bij het Plein voor de Hemelse Vrede. Bĕijīng heeft een volledige facelift gekregen voor de Olympische Spelen, waardoor veel van de oude “hutongs” (steegjes) zijn herbouwd met behulp van beton. Men heeft getracht de huisjes in oude stijl te herbouwen, maar van sfeer en authenticiteit is in deze wijken weinig sprake meer. De inwoners van Bĕijīng hebben ter gelegenheid van de Olympische Spelen ook een spoedcursus “manieren” gekregen. Er wordt zelden op de straat gespuugd. Dat doen ze alleen nog als ze denken dat het echt moet! Bij bushaltes staan rijmanagers om er met megafoons voor te zorgen dat de rij geëerbiedigd wordt. Overal merken we echter dat het nog steeds China is. Bij een klein restaurantje naast ons hotel schroomt een kereltje van drie jaar niet om onder toeziend oog van zijn vader in de ingang van het eettentje te staan plassen. De spetters komen tot op de gestoomde deegpakketjes die zijn vader tracht te verkopen!

We besteden de tijd in Bĕijīng vooral nuttig, Het visum voor Mongolië moet worden geregeld en we sturen e-mails en surfen op internet om een beeld te krijgen van datgene dat we willen gaan doen als de ouders van Ivonne over enkele maanden komen. Het bezoek aan Tibet moet via een reisorganisatie evenals de trekking die we in Nepal willen gaan doen, dus een zekere mate van voorbereiding is noodzakelijk. Eenmaal in Mongolië zullen we weinig internettoegang hebben en wanneer we Mongolië weer verlaten is het nog maar enkele dagen voordat de Vlierden 4 gaan komen. De Vlierden 4 klinkt wellicht als een heus bobsleeteam, maar het zijn 4 jongeren van tussen de 17 en 19 jaar uit de omgeving van Vlierden, die voor vijf weken met ons gaan meereizen door China. In die periode hebben we dus wel wat beters te doen dan internetten. We kijken er naar uit om met Anne, Fay, Joris en Sten te gaan rondtrekken. Reizen met mensen die nog nooit in een bepaalde regio zijn geweest, zorgt ervoor dat bepaalde dingen je weer opvallen, die we nu als vanzelfsprekend zien.

Het plein van de Hemelse Vrede in centraal Beijing (Peking)
 

De route naar Ulaan Baatar (hoofdstad van Mongolië) breken we in verschillende onderdelen op. Met de bus gaan we via Hohhot naar Èrlián aan de Chinese zijde van de grens met Mongolië. Per jeep steken we de grens over, waarna we met de locale trein naar Ulaan Bataar gaan. (zie ook het artikel: Lepelen met een vreemde) In Ulaan Bataar laten we er geen gras over groeien en gaan we direct op zoek naar een reisorganisatie die een reis kan organiseren naar Oost Mongolië en de Gobi-woestijn. Na veel lezen hebben we besloten ons op dit deel van Mongolië te willen richten. Ook Noord en Westelijk Mongolië moet prachtig zijn, maar we denken al vaker vergelijkbare berglandschappen te hebben gezien. Oost Mongolië wordt zelden bezocht door toeristen en heeft onder andere uitgestrekte gebieden met steppes waar grote groepen gazellen ronddwalen. Het Noordelijk deel van Oost Mongolië is heuvelachtig en groen. Dit is de geboortegrond van Chinggis Khaan, de Mongool waar iedereen in dit land trots op is. Hij was de grondlegger van het Mongoolse rijk dat grote delen van het hedendaagse China, Rusland en Centraal Azië besloeg. Het is ongelofelijk hoe hij dit met zo’n klein leger voor elkaar kreeg en het is dus niet zo verwonderlijk dat zijn beeltenis prijkt op bankbiljetten en op de flessen wodka die men hier graag nuttigt.

Bij één reisorganisatie lopen we een Duits - Noors koppel tegen het lijf dat in eerst instantie de Gobi met het Noorden willen combineren. Als ze ons plan horen willen ze graag aansluiten en daarmee hebben we echt geluk. Op deze manier kunnen we de kosten van het transport en de gids delen en dat scheelt een slok op een borrel. Ook dit koppel moet - net als ons - hun Chinees visum nog regelen, maar nadat we dat voor elkaar hebben beginnen we echt aan onze 17-daagse trip.

Kamperen op de vlaktes van Oost Mongolië
 

We zijn nu reeds acht dagen onderweg en hebben een groot deel van Oost Mongolië gezien. Het is geweldig. De landschappen zijn prachtig en we hebben aan den lijve ondervonden waarom de gastvrijheid van de Mongoolse nomade families legendarisch is. Elke dag is een nieuw avontuur. Iedere avond is het weer de vraag waar we uitkomen. Meestal zoeken we een mooie kampeerplaats in de buurt van een nomadenger (traditionele nomadentent) en af en toe slapen we in een klein hotelletje. Sanitaire voorzieningen (indien aanwezig) zijn zeer eenvoudig. Meestal is er slechts een klein houten hutje waar je kunt hurken boven een gat waar je alles ziet liggen dat je voorgangers hebben geproduceerd. Gedurende deze acht dagen hebben we één maal gedoucht in een openbaar badhuis. Dat is echt een zegen, na al dat stof en zweet bij temperaturen van tegen de 40 graden. Onze eerste Russische Furgon (4-wiel aangedreven minibusje) hebben we achter moeten laten, omdat de carburateur niet meer aan de praat te krijgen was. Met hulp van een nomadenfamilie hebben we vervolgens een nieuwe Furgon kunnen regelen om onze trip te kunnen voltooien. De chauffeur en de gids weten in dit deel van het land ook niet de weg, waardoor ze steeds aan nomaden de weg moeten vragen. Het contact met de nomaden is daardoor veelvuldig en puur. We hebben daardoor locale paardenraces kunnen zien en kunnen proeven van de locale keuken. De yoghurt wodka vonden we wellicht het meest bijzonder. Na met de rechterringvinger twee maal de vader (de hemel) en éénmaal de moeder (de aarde) te hebben besprenkeld drinken we om en om uit het zilveren kopje. Het zilveren kopje is in het leven geroepen omdat dit kopje zwart wordt als er gif in de drank zit. Op deze manier kunnen we dus onbezorgd pimpelen en dat slaan we niet af! (zie ook het artikel: Oost Mongolië: het domein van nomaden en een dronken monnik en de foto-impressie: Eastern Mongolia - untouched grasslands)

Nu zijn we in Shainshand en gaan we richting de Gobi-woestijn. We verwachten meer toeristen en minder contact met nomaden, maar we kijken wel enorm uit naar de landschappen aldaar. Oost Mongolië is nog mooier dan dat we ons vooraf hadden voorgesteld, dus de verwachtingen voor het vervolg van de trip zijn hoog gespannen.

 

© copyright - Babakoto.eu / 2010