Bedelen is ook een vak
Bangkok (Thailand), 1 februari 2012

Bedelaars verdienen respect, net als ieder ander levend wezen – behalve wellicht de mug. We hebben nog steeds helder op ons netvlies staan, hoe we een groep Indische kinderen stenen zagen gooien naar een oude bedelaar. De keuze om geld te geven is een heel persoonlijke en daarover denken wij echt niet de wijsheid in pacht te hebben. Eén vaste richtlijn hebben we echter wel: kinderen krijgen nooit geld van ons en bedelaars met zielig ogende kinderen evenmin. Ongewassen koters met een guitig smoeltje kunnen je snel vertederen, maar als een dag bedelen hen enkele euro’s oplevert, dan is dat voor veel ouders voldoende reden om het kind van school te houden; met alle gevolgen van dien.

Gehandicapten lijken alweer een veiligere haven voor de euro’s die je wilt afstaan. In landen zonder arbeidsongeschiktheidsuitkeringen moeten zij worden onderhouden door hun familie en als zij door wat bedelinkomsten in het huishoudinkomen kunnen bijdragen, dan lijkt dat allemaal nog niet zo verkeerd. Deze medaille heeft echter ook een keerzijde; meerdere zelfs. In landen zoals India zijn er mensen die hun ledematen laten amputeren om zo meer bedelinkomsten te kunnen genereren. Dat mensen dat zichzelf aandoen is natuurlijk al moeilijk voor te stellen, maar het wordt beestachtig wanneer ronselaars straatkinderen in hun macht krijgen om deze vervolgens te verminken zodat zij als bedelaar meer geld in het laatje kunnen brengen. Wreedheid in optima forma.

Bedelaar-acteur nabij het MBK-winkelcentrum in Bangkok
 

Hier in Thailand is de oplichting minder wreed; hier wordt door sommige bedelaars gedaan alsof ze een aandoening hebben. We beginnen de acteurs in de omgeving van het MBK winkelcentrum al aardig te kennen. De geblondeerde man die met zijn benen onder zijn lijf gevouwen helemaal dubbel op het verhoogde wandelpad ligt, lijkt op zijn minst geen armen te hebben en op z’n ergst ook nog aan zijn onderzijde verlamt. Met een Mc Donald’s beker tussen zijn tanden geklemd, kijkt hij voorbijgangers smekend aan om hem wat geld te geven. Als je echter vaak genoeg langs komt lopen, dan tref je hem echter ook wel een keer aan het begin van de dag, het einde van de dag of gedurende een pauze van zijn voorstelling. In zijn vrije tijd komen z’n armen, die hij tijdens zijn act in z’n blouse verborgen houdt, tevoorschijn. Hij loopt rustig een rondje om vervolgens een praatje te maken met een andere, vaste bedelaar. Die man mist daadwerkelijk een onderbeen. Hij heeft hiervoor een prothese, waarmee hij dagelijks naar zijn werkplek loopt om vervolgens het kunstbeen af te doen en zijn stomp duidelijk in het zicht te leggen terwijl de prothese angstvallig verborgen wordt gehouden. Wil dat nu zeggen dat deze mannen geen aalmoes moeten krijgen? Dat is een moeilijke vraag, waarop wij het antwoord schuldig moeten blijven. Mensen die hun leven dubbelgevouwen op een stoep doorbrengen met een Mc Donald’s beker als collectebus, zijn nooit te benijden. Dat je compassie hebt met hen lijkt ons lovenswaardig, het is alleen moeilijk te verkroppen dat de eurocenten die je hen geeft omdat je “denkt” dat zij degene zijn met de hoogste nood, niet terecht komen bij bijvoorbeeld degene die geen onderbeen én geen prothese heeft.

Slim, slimmer, slimst: zet een hond in om te bedelen en de Euro's lopen binnen
 
In de competitie om giften, is de strijd veelal om zo zielig mogelijk over te komen. Vandaag bleek echter een andere tactiek de winnende. Op de plaats waar voorheen een blinde man stond te zingen, zat er nu een klein, jong hondje met zijn baasje op de achtergrond. Het hondje zat stil op een krukje met in zijn bek een hengsel met daaraan een bekertje. Met zijn kopje scheef, keek hij de voorbijgangers smekend aan; schooien zoals alleen een hond dat kan. De muntstukken stroomden binnen, dus is het wachten totdat deze actie wordt gekopieerd. Uiteindelijk moet je als donateur wellicht niet teveel nadenken en genieten van het idee dat je iets goeds hebt “willen” doen. Niemand zit daar voor zijn lol en iedereen kan het geld gebruiken. Wij hopen echter met de keuzes die wij maken, geen slechte praktijken te stimuleren. Kinderen moeten naar school en het mag niet aantrekkelijk zijn om kinderen thuis te houden. In India geven we niet aan gehandicapten, om het voor ronselaars onaantrekkelijk te maken om meer mensen te verminken en de belangrijkste actie die wij doen: we proberen vaak gebruik te maken van de diensten van kleine, locale ondernemers. In Kuala Lumpur kun je erg leuke souvenirtjes kopen die door twee gehandicapten worden gemaakt; zij bedelen niet maar hebben gewoon een straatstalletje waar zij hun spulletjes zelf verkopen. Zij voeren datgene uit wat de boekverkoopster in Cambodja tegen ons zei, toen we een boek bij haar kochten. Deze boekverkoopster met een houten been, loopt alle dagen met een grote stapel boeken rond, maar zij is niet zielig, want zij voelt zich niet zielig. Ze vertelde trots te zijn om geen bedelaar te zijn, maar gewoon een baan te hebben.

Door kleine, locale ondernemers te steunen hebben zij een kans om een boterham te “verdienen” in plaats van er één te krijgen. Hierbij vinden we het logisch dat het wat duurder is dan bij een supermarkt, maar daarbij is er wel een grens. Die grens ligt bij hetgeen een locale middenklasser wil betalen. Verkopers die op een drukke straat alleen naar de blanke toeristen rennen, zijn bij ons meestal aan het verkeerde adres. Als wij als niets meer dan een hersenloze, wandelende geldautomaat worden gezien, dan neemt bij ons de behoefte om iets te kopen snel af. Respect moet immers van twee kanten komen.

© copyright - Babakoto.eu / 2012