De schijnheiligheid van het westen
Yangon (Myanmar), 25 maart 2008

Een puistige rugzaktoerist met een ‘Free Tibet’ T-shirt aan, kijkt afkeurend als we hem vertellen dat ons volgende reisdoel Myanmar is. Hij zou nooit naar een land gaan waar een dictatuur heerst of waar men massaal de mensenrechten schendt. Als we hem vervolgens vragen of hij ooit in China is geweest, knikt hij bevestigend “Ja”. Een prachtig land zegt hij, daar moeten jullie echt een keer naartoe gaan. Hoe schijnheilig kun je zijn!

Maar het zijn niet alleen dit soort individuen die hypocriet zijn. Ook de regeringen van veel, vaak machtige landen, voeren een vaak lachwekkende politiek. Het kenmerkende aan deze politiek is dat de zogenaamde “bevriende staten” of staten waarvan met economisch afhankelijk is ‘carte blanche’ krijgen, terwijl de minder bevriende staten geterroriseerd worden door de ijverigheid van “politiek correcte” regeringen. Wij zijn nu bijna tien maanden onderweg en zijn nu in het tweede land gearriveerd dat door het westen wordt geboycot. Iran en ook Myanmar zijn landen waarvan het westen hoopt dat het regime zal veranderen door ze te boycotten. Zo kregen we laatst nog een brief van onze bank, waarin men meldde dat het vanaf dat moment, vanwege de boycot, niet meer mogelijk was geld over te maken naar Cuba, Iran en Myanmar. Nu worden wij niet door deze maatregel getroffen, maar wel de toch al vaak armere bewoners van deze landen die afhankelijk zijn van de financiële steun die zij krijgen van de in het westen werkende familieleden. Uiteindelijk is er altijd maar één slachtoffer, en dat is de gewone man die in het geboycotte land woont en probeert zijn dagelijkse kostje bij elkaar te verdienen. De machthebbers van de geboycotte landen worden nooit slechter van een boycot. Zij weten toch altijd wel een weg te vinden om hun rijkdom te vergroten ten koste van haar bevolking. Sterker nog, een boycot werkt soms zelfs averechts, zoals in Iran. De negatieven gevolgen die de gewone man ondervindt van de boycot, wordt door de machthebbers gebruikt en uitvergroot om te laten zien hoe slecht het westen is. Het gevolg is dat de bevolking zich achter de machthebbers schaart en in het westen de gezamenlijke vijand ziet. Er is maar één manier om van de ongewenste machthebbers af te komen, en dat is door druk van de eigen bevolking van het betreffende land. Als je een regime dus wilt veranderen, zul je de bevolking van dat land moeten ondersteunen in de verandering. Zij moeten het immers doen. En dat is precies waarom een boycot niet werkt. Met een boycot ondersteun je de bevolking namelijk niet, maar terroriseer je ze. Precies datgene wat de machthebbers van dat land ook doen. Het bewijs van deze theorie wordt geleverd door het verleden. Er is nog nooit in de geschiedenis een regime veranderd als direct gevolg van een boycot.

Het lachwekkende aan de Westerse politiek is echter dat ze met twee maten meten. Naar een aantal landen met een ongewenste regering wordt belerend het vingertje opgestoken, terwijl de “bevriende” landen de vrije hand krijgen. Zo is Saudi Arabië bijvoorbeeld een land waar de rechten van de vrouw zo ongeveer de slechtste van de wereld zijn. Maar dankzij de enorme oliereserves en strategische positie in het Midden Oosten, wordt Saudi Arabië toch als “bevriende staat”. China is nog zo’n voorbeeld. Het is een land waar de mensenrechten met voeten worden getreden. Kijk bijvoorbeeld maar naar hoe ze omgaan met de demonstraties in Tibet van afgelopen maand (maart 2008). Van een boycot is geen sprake vanwege de enorme politieke en economische belangen. Erger nog, er zijn zelfs Westerse bedrijven die als verlengstuk fungeren van de Chinese politiek, alles voor het economische gewin. Zo accepteert Microsoft de eis van de Chinese regering om beperkingen aan te brengen in MySpace bloggings (beperking van vrije meningsuiting), en geeft Yahoo de persoonsgegevens van één van haar Chinese klanten door aan de Chinese regering, waardoor deze persoon jarenlang de Chinese cel in rolt.

De “politiek correcte” Westerse regering boycotten weliswaar een groep van landen waar ongewenste regeringen aan de macht zijn, maar indirect steunt het westen deze landen wel. Politieke correctheid voor het oog van het kerkvolk, zeg maar. Zo verdient bijvoorbeeld het militaire regime in Myanmar het overgrote deel van haar geld aan de gasexporten naar China en India. In Bangladesh (buurland van Myanmar) lazen we zelfs in de krant dat Bangladesh rekening moet houden met een vermindering van de toekomstige gasimporten uit Myanmar, omdat Myanmar de prioriteit geeft aan leveringen aan China en India. Sterker nog, China en India halen zelfs de politieke en militaire banden aan met Myanmar omdat beide landen een oogje hebben op de schijnbaar grote oliereserves die Myanmar heeft in haar territoriale wateren. En inderdaad, China en India zijn de economische grootmachten die ons Westerlingen meer en meer voorzien in de vraag naar goedkopere producten en diensten. We boycotten Myanmar dan wel, maar we nemen wel zonder blikken en blozen de producten en diensten van China en India af, die voor de productie onder andere afhankelijk zijn van de grondstoffen uit Myanmar.

Uiteindelijk draait het in de Westerse politiek om macht, strategisch belang en economisch gewin. En zolang die niet in het geding zijn kun je als Westerse “politiek correcte” regering belerend je vingertje opsteken en andere bevolkingen straffen voor haar ongewenste regering. Is je eigen belang wel in het geding, dan draai je je gewoon om en doe je net of je het niet ziet. Hoe schijnheilig kun je zijn!

© copyright - Babakoto.eu / 2008