Nagels knippen aan de ontbijttafel
Jakarta (Indonesie), 14 juli 2008

Meestal overnachten we in de goedkope budgethotels waar Indonesië vol mee staat, maar soms belanden we in een echt middenklasse hotel. Zo ook in Bangko op Sumatra. Omdat we geen kaart of hotelinformatie over dit niets zeggend plaatsje hadden, lieten we ons door een soort motortaxi naar een willekeurige “losmen” brengen. Een losmen is een klein pensionnetje dat door een familie wordt gerund en dat zowel goedkoop als eenvoudig is. Blijkbaar konden de motortaxichauffeurs zich niet voorstellen dat twee toeristen echt in een dergelijk eenvoudig pension zouden willen overnachten en daarom zette zij ons af bij het Permata hotel. Het is mooi landhuis dat in een rijke villabuurt in het westen niet zou misstaan. Terwijl iemand de deur openhield traden we binnen. Terwijl we vroegen of er een kamer beschikbaar was, namen we ons voor dat als de prijs enigszins redelijk zou zijn, dat we ons dan de luxe van dit hotel wel wilde gunnen. We hadden immers een lange busrit achter de rug en na weken van koude douches en gehorige hotels leek het ons wel wat om ons onder te dompelen in wat luxe. De prijs was te behappen en daarom besloten we de kamer te nemen.

Onze kamer kostte 200.000 Rupiah’s per nacht (ongeveer 14 Euro). Voor westerse begrippen is dat natuurlijk een schijntje voor een hotelovernachting, waar je weinig voor kunt verwachten. Een hotel dat 14 Euro per nacht in een kleine provinciestad in centraal Sumatra kost, is echter qua prijs vergelijkbaar met een hotel in Nederland van ongeveer 110 Euro per nacht. Geen top hotel, maar toch best wel duur. Bij het inchecken vroegen we direct of ’s avonds het restaurant ook open zou zijn zodat we de rest van de dag de deur niet uit zouden hoeven. Dat leek ons wel wat: lekker warm douchen, dineren en te bed. Dit bleek geen probleem, het restaurant zou tot 21:00 uur open zijn.

Toen we met natte haren in het restaurant zaten, werden we door de tienkoppige bediening vriendelijk toegeknikt en aangekeken. Zo vaak zien ze hier duidelijk geen buitenlanders. Omdat er geen menukaart tevoorschijn kwam, vroegen we of het mogelijk was om iets te eten. Een schaapachtige blik was het antwoord. Omdat ons Indonesisch ronduit belabberd is, proberen we onze vraag te verduidelijken met het “wij willen eten” gebaar, door met onze uitgestrekte wijsvinger naar onze open mond te wijzen. De schaapachtige blik veranderde in een verschrikte. Het restaurant is alleen “Pagi” (‘s ochtend) open. Even kwam ons westers trekje weer boven om te willen verklaren waarom er dan zoveel personeel rondhangt in de avonduren, maar dat onderdrukten we weer snel. Sommige dingen zijn voor ons nu eenmaal niet te verklaren. Na een eenvoudige maaltijd buiten de deur hingen we ons muskietennet op om lekker te gaan slapen. Het bed is prima, en voor de eerste keer sinds lange tijd hoorden we geen enkele snurkende hotelgast. Zo’n nachtje doet een mens goed!

Na lekker te hebben uitgeslapen gingen we ontbijten. Zodra we bij onze toegewezen tafel aankwamen, dachten we dat we nog niet goed wakker waren. Er lag een grote hoeveelheid afgeknipte nagels op het tafelkleedje. Niet zomaar een klein nagelstukje dat iemand stiekem van zijn vingernagel heeft gepulkt en per ongeluk op het tafeltje heeft laten vallen, maar het afval van een volledige nagelknipbeurt. Kun je het je voorstellen: op een ochtend wordt je wakker in een hotelkamer en zie je dat je nagels genipt moeten worden. Vervolgens loop je instinctief naar het restaurant om daar vervolgens fijn je nagels te gaan knippen. Omdat je dit de gewoonste zaak van de wereld vindt, laat je al het afval gewoon liggen. Het komt niet eens in je gedachte op om de stukjes in de asbak te doen. Daar zijn in jouw beleving de hotelmedewerkers voor en als die het te druk hebben met niets doen, dan doen die stukjes nagel niemand kwaad. Dat laatste is een waarheid als een koe en daarom proberen we de wijze waarop wij westerlingen tegen de begrippen schoon, netjes en hygiënisch aan kijken, te laten varen.

Terwijl we van onze nasigoreng als ontbijt genoten zagen we nog een voorbeeld van iets dat in een westers restaurant niet snel zou worden geaccepteerd. Toen een groepje mensen klaar was met hun ontbijtbuffet, waren er een paar samosa’s over. Deze gefrituurde deegpakketjes met een soort groente/vlees vulling lagen gewoon op bordjes en we kunnen ons voorstellen dat mensen het jammer vinden om dit eten weg te gooien. Zodra de gasten van tafel waren zat er binnen enkele seconden een kat op tafel. Nu staan katten bekend als schone beesten, maar ze moeten niet te dicht bij het eten komen. Daar dacht de kat duidelijk anders over en hij zag een lekkere samosa wel zitten. Om een weloverwogen keuze te maken likte hij de verschillende samosa’s af om er daarna één rustig op tafel op te peuzelen. Toen de restaurantmedewerker de kat probeerde te verjagen, zagen we wel dat deze kat hier al vaker op tafel had gezeten. Terwijl de kat bij zijn nekvel werd gepakt peuzelde de kat rustig door. Een andere medewerker schoot daarom te hulp. Deze pakte de resterende samosa’s die reeds door de kat waren gelikt om deze vervolgens weer terug te leggen op het buffet voor de volgende gasten. Daarna kreeg de kat nog een paar aaien over zijn bol als beloning en kon hij op tafel nog rustig het laatste restje van zijn samosa opeten.

Nu zijn we gedurende deze reis al gewend geraakt aan de verschillen in hygiënische standaarden in restaurants, maar wat wij opvallend vinden is dat het bovenstaande gebeurt in een (voor lokale begrippen) duur hotel. Als je op de oprit naar de dikke jeeps van de gasten kijkt dan schept dat hoge verwachtingen. Deze rijke lieden zullen toch wel hoge eisen stellen aan het hotel waar zij in verblijven, zou je denken. Van de buitenkant ziet het er mooi uit en als je niet te nauwkeurig naar het tapijt kijkt zijn de kamers prachtig. Er liggen zelfs tafelkleedjes op de tafels van het restaurant. Men probeert het dus wel om iets van dit hotel te maken, maar het lukt voor westerse begrippen nog allemaal net even niet.

© copyright - Babakoto.eu / 2008