Het kan niet elke dag feest zijn | |
Aurangabad (India), 28 december 2010 |
|
Het gebeurt niet vaak dat we een toertje boeken voor het bezichtigen van een bezienswaardigheid. Nu hebben we dat wel gedaan. De Ajanta grotten, één van ’s werelds belangrijke Boeddhistische monumenten, zijn namelijk niet gemakkelijk per openbaar vervoer bereikbaar. Vandaar dat we wat dieper in de buidel hebben getast en een dagtocht hebben geboekt bij de Indian Tourist Development Corporation, een door de Indiase overheid gerund reisbureau. Om kwart over acht in de ochtend staan we netjes paraat bij hun kantoor in afwachting van de bus die om half negen zal vertrekken. Maar half negen wordt kwart voor negen en kwart voor negen wordt negen uur. Uiteindelijk vertrekken we pas om kwart over negen; een vertraging van drie kwartier. En dat is vervelend als je weet dat de tijd die we bij de grotten kunnen doorbrengen toch al beperkt is. De rit van en naar de grotten vanuit de stad Aurangabad is namelijk twee en een half uur enkele reis. En aangezien de planning voorschrijft dat we weer om half zes in Aurangabad zullen arriveren, is onze tijd bij de grotten door deze vertraging ingekort van vier uur naar drie uur en een kwartier. En dat is niet veel voor een monument dat op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. Maar we hebben de afgelopen jaren veel geleerd. We hebben besloten ons niet te gaan irriteren aan de manier waarop de Indiërs dit soort dagtochten organiseren en laten alles netjes op ons afkomen. |
|
Eén van de prachtige tempels van de Ellora |
|
We zijn inderdaad twee en een half uur onderweg als we in de buurt van de Ajanta grotten komen. Maar tot onze grote verbazing stopt de chauffeur op een tiental kilometers van de bestemming; tijd om wat te eten. Her en der mopperen wat mensen in de bus, maar niemand onderneemt actie. En dat heeft ook geen zin, want dit is immers India. Klant is hier geen koning en servicegerichtheid is ver te zoeken. Na een half uurtje klimt de chauffeur met een ronde buik weer achter het stuur en vervolgen we de vijftien minuten durende rit naar de Ajanta grotten. Het is dan al kwart over twaalf. Als we er arriveren, zien we al direct dat het druk is. Echt druk wel te verstaan. Maar dat is ook niet verwonderlijk op deze tweede kerstdag, die midden in de vakantie valt van het overwegend Hindoeïstisch India. We zijn er echter nog niet helemaal. We moeten namelijk nog vier kilometer overbruggen, maar aangezien dat verboden terrein is voor privé auto’s en toerbussen, zijn we aangewezen op de organisatiekwaliteiten van de MTDC, de toeristenontwikkelingsorganisatie van de staat Maharashtra, waarin de Ajanta grotten zijn gelegen. We houden ons hart vast en dat schijnt helaas terecht te zijn. Door het grote aantal bezoekers en het beperkte aantal shuttlebussen is er een brede rij ontstaan van ongeveer honderd meter. Het duurt drie kwartier voordat we aan de beurt zijn en in de shuttlebus kunnen stappen. Ook nu zijn we weer getuige van een oplichtingvorm waarop je in India zo beducht moet zijn. Al in de bus tijdens de rit naar de Ajanta grotten werd door de reisleider het geld opgehaald voor de toegangsprijs tot de grotten (250 Rupees per persoon) en de kosten voor de vervuilingvrije shuttlebus die ons van de parkeerplaats op en neer naar de grotten zou brengen (40 Rupees per persoon). Wanneer we in de shuttlebus stappen zien we echter meteen dat het geen vervuilingvrije bussen zijn. Het is namelijk de rook die uit de uitlaten van de 70er jaren shuttlebussen komt, die het moeilijk maakt om te zien waar de ingang van de bus is. Wat we echter wel gemakkelijk kunnen zien is de prijs voor de shuttlebus die groot op het bushokje staat aangegeven; 7 Rupees per persoon enkele reis. De berekening is vervolgens snel gemaakt, de prijs voor een retourtje is dus 14 Rupees per persoon terwijl de reisorganisatie ons 40 Rupees per persoon heeft laten betalen. De winst van de reisleider is dus gigantisch: 40 passagiers maal 26 Rupees is 1040 Rupees (= € 18), en dat in een land waar ongeveer 25% van de populatie (250 miljoen mensen!) rond moet komen met minder dan 20 Rupees per dag (en dit is geen spelfout). “Incredible India”, zeggen we maar weer met een cynische ondertoon, verwijzend naar de slogan die het Indiase ministerie van toerisme gebruikt om India in het buitenland als perfecte reisbestemming te promoten. |
|
Lokale toeristen bij de Ajanta grotten |
|
Uiteindelijk zijn we iets over één in de middag in het bezit van een toegangskaartje en kunnen we de grotten gaan bezichtigen. Van echt bezichtigen is echter geen sprake. Door de enorme drukte staat er voor de meest interessante grotten een lange rij en is de toegang tot de grotten in tijd beperkt. Door onze ellebogen op z’n Indiaas te gebruiken zien we wel enkele grotten, maar druipen we om drie uur gedesillusioneerd weer af richting de uitgang, waardoor we slechts twee uur bij de grotten hebben kunnen doorbrengen. Om half vier moeten we immers weer paraat zijn voor de terugtocht. Maar ook de terugtocht is weer een hele onderneming. Er staat weer een enorme rij bij de shuttlebussen, maar omdat de wat rijkere Indiërs de rij omzeilen door wat smeergeld aan de busbemanning te betalen, schiet de rij niet echt op. Het is voor ons ongelofelijk om te zien hoe dit soort corrupte handelingen in het openbaar plaatsvinden terwijl de overige Indiërs het proces machteloos aanschouwen. Corruptie is in India de normaalste zaak van de wereld. Met principes kom je hier niet ver.
Maar goed, wij wachten onze beurt wel netjes af, zoals ook vele Indiërs doen, en arriveren uiteindelijk om kwart voor vier bij de bus die ons weer naar Aurangabad gaat brengen. En omdat de reisleider vooraf niet duidelijk heeft aangegeven waar iedereen weer samen moet komen, waardoor er enkele mensen tijdelijk zoek zijn, duurt het tot vijf uur voordat we koers zetten richting Aurangabad. De meeste mensen zetten de stoel iets naar achteren en gaan een dutje doen, terwijl wij de zon zien ondergaan en denken: het kan niet elke dag feest zijn. © copyright - Babakoto.eu / 2010 |