Illegale jagers
Ulaan Baatar (Mongolië), 6 juli 2010

Tijdens onze rondrit door Mongolië wilden we persé een bezoek brengen aan het oostelijke deel van het land. Dit deel van Mongolië wordt zelden door reizigers bezocht aangezien de meeste mensen een bezoek prefereren aan het bergachtige noordelijke of westelijke deel van het land, of de Gobi woestijn in het zuiden. Oost Mongolië wordt echter gekenmerkt door een strak blauwe hemel, eindeloze vlakke steppen met geel gras, en sporadische jeepsporen die de zeldzame stoffige nederzettingen en nomadenkampen met elkaar verbinden. Het Mongolië dus, zoals wij dat al jaren voor ogen hebben.

De vlakke steppes van Oost Mongolië zijn ook het domein van grote groepen Gazellen. Sommige kuddes schijnen groter te zijn dan 20.000 stuks, maar door intensieve illegale jacht, uiteraard vooral voor de Chinese markt, schijnen dit soort grote groepen een zeldzaamheid te zijn geworden. We zijn helemaal afgereisd naar het stoffige stadje Erdenetsagaan, op ongeveer 60 kilometer van de Chinese grens. Erdenetsagaan is de springplank voor een bezoek aan het Lkhachinvadad Natuurreservaat, een uitgestrekt grensgebied dat nog vol schijnt te zitten met Gazellen en Elanden. Ons reisboek waarschuwt echter wel dat men voor dit park een speciale grensvergunning nodig heeft. Het gebied grenst namelijk aan China en is om die reden ook het domein van het Mongoolse leger. Onze gids heeft echter navraag gedaan bij het lokale tankstationnetje (!) waar men haar heeft verteld dat de vergunning ook verkregen kan worden bij de militaire post op weg naar het natuurreservaat. Dit verhaal wordt ook bevestigd door een nomadenfamilie die langs het jeepspoor woont die naar het natuurreservaat leidt.

Water geven aan een kudde paarden in Oost-Mongolië
 

Om er zeker van te zijn dat we niet verkeerd rijden, stuurt de nomadenfamilie één van hun zonen met ons mee om als gids te dienen. De familie heeft ook een familielid werken bij de legerpost waar we naartoe gaan, zodat het gidsen ook tot een kort familiebezoek leidt. Na een klein uurtje rijden arriveren we bij de militaire post, dat uit slechts enkele gebouwtjes en vooral veel onbewapende militairen bestaat. Ons gids en chauffeur gaan naar binnen om de vergunningen te regelen, terwijl wij in de auto moeten blijven zitten. Na ruim anderhalf uur krijgen we te horen dat we geen toestemming krijgen en dat we direct rechtsomkeer moeten maken. Sterker nog, we moeten onder militaire begeleiding terugrijden, waarbij onze paspoorten in het bezit blijven van de militair die met ons terugrijdt. We schijnen ons eerst te moeten melden bij het militaire hoofdkantoor in Erdenetsagaan voordat we weer vrij man zijn. We snappen de drukte even niet, omdat we ons netjes gemeld hebben voor toestemming. Nu we die niet krijgen rijden we gewoon terug en lijkt ons alle overige drukte enigszins overbodig.

Tijd voor een douche in het openbare badhuis van Erdenetsagaan
 

Als we bij het regionale militaire hoofdkantoor arriveren, verdwijnen onze gids en de chauffeur weer, terwijl wij moeten wachten. Er gaat wederom ruim anderhalf uur overheen voordat we via andere militairen het gerucht doorkrijgen dat we worden verdacht van illegaal jagen. Tevens schijnt het jeeppad naar de militaire post verboden terrein te zijn. Heel even denken we dat het een grap is, maar als de gids en chauffeur lijkbleek bij ons terug komen, blijkt het een serieuze zaak te zijn. Onze gids verteld dat ze een boete moet betalen en dat ze wellicht door de militairen op de foto wordt gezet. En ‘op de foto worden gezet’ in Mongolië is bijna zoiets als een strafblad krijgen. Wij denken dat het wellicht gewoon een poging is om een omkoopsom te ontvangen. Als de militair die de zaak onder handen heeft naar buiten komt om onze auto op vers geschoten Gazellen te controleren, spreken we hem aan. We proberen hem uit te leggen dat we goedgezinde toeristen zijn die het niet op de Gazellen hebben voorzien. We konden niet weten dat het om een verboden gebied gaat. Sterker nog, ons reisboek beschrijft het gebied als een toeristenattractie en ook de recente wegenkaart van Mongolië die we in Ulaan Baatar hebben gekocht, zegt niets over een verboden gebied. Uiteindelijk overtuigen we de militair van onze goede bedoelingen en hoeft hij zelfs de inhoud van onze auto niet meer te zien. Ook de ‘boete’ verdwijnt en van ‘op de foto gaan’ is geen sprake meer. We krijgen onze paspoorten terug, geven de militair nog een hand en rijden terug naar ons hotelletje in Erdenetsagaan. We eten ‘Buuz’ (deegballen met schapenvlees) als avondeten en drinken nog een pilsje in de plaatselijke discobar, waar wij de attractie van de avond zijn. Langzaam maar zeker kunnen onze gids en de chauffeur ook om het incident lachen.

copyright - Babakoto.eu / 2010