Vogelspotten op Fraser’s Hill
Fraser's Hill (Malaysia), 1 april 2011
 

Vogelspotten wordt door de meeste mensen geassocieerd met geitenwollen sokken figuren met baarden. Als er al ooit een film over een vogelspotter gemaakt zou worden, dan zou de castingdirector direct op straat worden gezet als hij voor deze rol een sexy mokkel of een stoere bink zou selecteren. In de laatste jaren hebben we gemerkt dat veel van de stereotypes over vogelaars al lang uit de tijd zijn. Het is nog steeds een hobby die voor meer dan 80% door mannen wordt beoefend, maar er zijn ook zeker vrouwelijke spotters te vinden. Het percentage behaarde gezichten is niet groter dan elders en de eerste vogelaar op geitenwollen sokken moeten we hier in de tropen nog tegenkomen. Hetgeen dat vogelaars met elkaar bindt is dat het natuurliefhebbers zijn, die graag in alle rust van de omgeving willen genieten. De nadruk ligt natuurlijk op het traceren en determineren van verschillende vogelsoorten, maar er zijn maar weinig vogelaars die daarbij ook niet genieten van mooie vlinders of eekhoorns.

De zogenaamde “twitchers” en de “listers” zijn een speciale subcategorie, die de lengte van hun vogellijst heel belangrijk vinden. Deze mensen gaan soms zo ver dat ze bij hun werkgever bedingen dat ze vrij kunnen krijgen als er een bijzondere vogel aan de andere kant van het land is gesignaleerd. Als je op een korte vakantie zoveel mogelijk vogels van een bepaald land wilt zien, is deelname aan een vogelreis een optie. Bedrijven als Birdquest en Bird Tours Asia richten zich op de groeiende markt van m.n. oudere vogelaars met de nodige financiële middelen. Voor een kleine vijfduizend euro per persoon kun je in een groep van tien personen onder begeleiding van een gids zestien dagen door het schiereiland van Maleisië reizen. Het lijkt ons helemaal niks om altijd in een rijtje achter elkaar aan door het bos te lopen terwijl de gids alles aanwijst, maar voor veel oudere spotters is het een mogelijkheid om naar landen en natuurgebieden te gaan waar ze anders nooit zouden komen.

Een jonge Siamang
 

Wij zitten nu op Fraser’s Hill, één van de drie vogelgebieden die de georganiseerde vogelreizen standaard aandoen. Kuala Selangor wordt bezocht voor de mangrove soorten, Taman Negara voor de soorten van het laagland regenwoud en Fraser’s Hill is gezegend met maar liefst 205 soorten die permanent in dit hoogland voorkomen en zo’n zestig migranten. Na het lezen van de reisverslagen van de verschillende vogelreizen, waren onze verwachtingen hooggespannen: zij zien ongeveer honderd soorten in drie dagen, waaronder enkele zeer spectaculaire. Nu verwachten wij dit niet te kunnen evenaren omdat wij geen gids gebruiken en geen vogels lokken met audiotapes, maar het geeft in ieder geval een indicatie van de mogelijkheden. Bij aankomst in het pittoreske dorpje wachten enkele gangbare soorten ons op als warmmakertje, maar als we tijdens onze eerste wandeling de jungle betreden, blijft het akelig stil. We hebben de eerste dag nodig om te ontdekken dat we hier wel moeten “werken” om vogels te zien. Dat betekent heel geconcentreerd blijven en veel tussen alle takjes door speuren. Het valt ons echter tegen dat er van de “gewone” vogels geen spoor te bekennen is. De Fire-tufted Barbet wordt in de reisverslagen omschreven als een vogel die je bijna van je verrekijker af moet slaan, maar deze vogel die heel hoog op ons verlanglijstje staat, laat zich op de eerste dag niet aan ons zien. Een licht gevoel van jalousie maakt zich meester van ons, maar dat drukken we snel de kop in. Als we om ons heen kijken weten we maar al te goed waarom de Engelsen in de koloniale tijd hier een “hill station” hebben gebouwd; het is hier heerlijk koel en vooral ook prachtig. Met het vaste voornemen dat we geen listers willen worden, maar dat we van ieder vogeltje willen blijven genieten of we hem al eerder gezien hebben of niet, gaat het spotten een stuk beter.

Een van de vele trail rondom Fraser's Hill
 

Na vier dagen vogelen staat de teller op vijfenvijftig, en we hebben onze favoriet (de Fire-tufted Barbet) vanaf de tweede dag op alle dagen gezien. Het grote voordeel van dat we nog lang niet alle vogeltjes hebben gezien, is dat we een goed excuus hebben om hier nog wat langer te blijven. Fraser’s Hill is echt een heerlijke omgeving als je van wandelen, vogels en natuur houdt. De aandoenlijke zwarte Siamang (soort zwarte Gibbon) is hier redelijk eenvoudig te zien, evenals de verschillende leafmonkeys en vliegende hagedissen. Verder gaat de regel hier op die wij de regel van “al gezien” noemen. Als je een bepaalde vogel al eens hebt gezien, lijkt het alsof je deze in de dagen daarna veel vaker en veel gemakkelijker ziet. Daardoor lijkt het alsof we elke dag meer vogels en vogelsoorten zien en omdat we geen listers zijn kunnen we van al die oude bekende vogels gelukkig nog net zoveel genieten als de eerste keer dat we hem zagen. Echte vogelliefhebbers kunnen op Fraser’s Hill gemakkelijk enkele weken doorbrengen in plaats van enkele dagen.

© copyright - Babakoto.eu / 2011