De Indri Indri alias Babakoto, de enige in zijn soort
Antananarivo (Madagascar), 23 juli 2001

De Indri is de grootste, spectaculairste en meest merkwaardige van alle nog levende halfapen. Zijn bouw, zijn roep, en de legendes die over hem zijn geschreven blijven onderzoekers en toeristen naar Madagascar trekken. De Indri was ook voor ons de voornaamste reden om naar Analamazaotra te trekken. Analamazaotra is een bosreservaat aan de ruige oost helling van Madagascar, zo’n 100 kilometer van Antananarivo. Analamazaotra ligt vlak bij een dorpje dat vanuit de koloniale tijd bekend staat als Perinet en waar mensen uit heel de wereld naar toe komen om een glimp van de Indri op te vangen. Het reservaat is niet omheind, maar als plichtsgetrouwe bezoeker meldde we ons juni 2001 voor een toegangsbewijs bij de ingang (zo’n kilometer vanaf Perinet) om daarna kennis te maken met de wondere wereld van de Indri.

De Indri is een halfaap die zo groot wordt als een kleine baviaan, heeft een lange nek, een kop als een soort vos met ronde pluizige oren die lijken op die van een koala. Zijn vacht is zwart met wit en hij kijkt met een onnozele blik de wereld in met zijn opvallende okerkleurige ogen. In tegenstelling tot de andere halfapen en vele andere in de bomen levende primaten heeft hij een klein stompje als staart. Met zijn slanke, sterke poten trekt hij in een verbazingwekkend tempo door het bos zonder ooit de grond te raken. Hij zet zich flink af tegen een boomstam, om in een horizontale lijn naar een andere boomstam te zeilen, waarna hij met een volgende sprong bij de volgende stam uitkomt. Een mens kan hem rennend niet bijhouden en legt een wedstrijdje met de Indri al struikelend over de bodembegroeiing zeker af.

Iedere dag weerklinkt in Analamazaotra een spookachtig geluid, het lied van de Indri. De Indri, die in kleine groepen leeft, roepen tezamen met 2 of 4 familieleden spontaan of in antwoord op het geroep van andere families. Het lied laat zich moeilijk omschrijven maar bestaat uit een reeks luide roepen die door sommige wordt omschreven als een mix van de roep van een bultrug en een saxofoon. Zelf zou ik de roep eerder omschrijven als een soort op hol geslagen sirene. Enkele feitjes uit “the song of the Indri” van Pollock: Minimaal 1 keer per dag (meestal in de ochtend) brengen Indri groepen een lied ten gehore dat bestaat uit een reeks roepen die 1 tot 4 seconden duurt, met een frequentie tussen 500 en 6000 Hz met pauzes van maximaal 3 seconden. Het lied duurt in totaal tussen de 40 seconden en 4 minuten. Voor een mens is dit lied tot op een afstand van 2 kilometer te horen. Biologen weten niet zeker waar het lied voor dient, maar men vermoedt dat het wordt gebruikt om het territorium af te bakenen tussen naburige groepen. Het kan ook zijn dat men het gebruikt om informatie over grote afstanden door te geven (zoals beschikbaarheid van dieren voor de voortplanting).
Babakoto neemt een 'break' in Analamazaotra Special Reserve
 

Malagassiërs hebben een andere verklaring voor deze bijzondere roep. Enkele geloven dat de mens en de Indri vroeger broers van elkaar waren die samen in het bos leefde. Een van de broers begon met het bewerken van land en koos ervoor om buiten het bos te gaan wonen, en dit werd een mens. De andere weigerde om mee te gaan en bleef in het bos wonen, hij werd de Indri. Tot op de dag van vandaag neemt de Indri het zijn broer kwalijk dat hij hem heeft verlaten, en hij laat daarom zijn verschrikkelijk gehuil horen, om zo uiting te geven aan zijn verdriet dat hij zijn broer kwijt is geraakt.
Ook al heb je de Indri nog niet gezien of gehoord, al vanaf de ingang van het park wordt er ook geen geheim van gemaakt dat de Indri de voornaamste inwoner is van het park.

Op een bord staat:

Eaux et Forêts (Dienst voor water en bosbeheer)
Réserve de Indri (Reservaat voor de Indri)
Babakoto

Babakoto is de Malagassische naam voor de Indri. Er zijn verschillende vertalingen van mogelijk. De één zegt dat Babakoto “grootvader” betekend, de ander zegt dat het “vadertje” betekend en nog een ander geeft aan dat Babakoto “voorouder” betekend.

De namen komt voort uit legendes waar de Indri een hoofdrol in speelt, en waar (zoals wel vaker in Madagascar) geen eenduidige versie van is.

Zo was er een man genaamd Koto, die met zijn zoontje het bos in ging om honing te verzamelen. Toen zij aan het eind van de dag niet terugkeerde naar het dorp, werd er een zoekactie op touw gezet door de andere dorpsbewoners. Men vond geen spoor van de vader en zijn zoon, maar men zag wel een tweetal Indri’s van boom tot boom springen. De dorpsbewoners vermoedden dat Koto en zijn zoon op mysterieuze wijze in halfapen zijn getransformeerd. Vandaar dat de Indri Indri de naam “Vadertje Koto” heeft gekregen, Babakoto.

Een andere locale legende vertelt over het ontstaan van de mens en de Indri. Een vrouw had vele kinderen van wie een deel werkte als boer en een ander deel voedsel verzamelde in het bos. De eerste groep maakte ruzie, waardoor de tweede groep werd afgeschrikt en hoog in de bomen ging wonen. De ruziënde boeren werden “de mens” terwijl de boombewoners de Indri werden. Hierdoor wordt de Indri ook wel voorouder genoemd, de vader van de mens: Babakoto.

Uit de wetenschappelijke naam Indri Indri is niks af te leiden, behalve dat de Indri de enige is in zijn soort. Men zegt dat de naam Indri afkomstig is van een Fransman (Sonnerat, 1782) die aangaf dat Malagassiërs de naam “Indri” voor dit dier gebruikten. Indri betekent echter in het Madagask “Kijk daar!”, dus wellicht heeft men de Babakoto getracht aan te wijzen.

Dat de Indri Indri volgens de locale legenden van oorsprong een mens was heeft een bijkomend voordeel: het wordt gezien als “fady” (taboe) om een Indri te doden of te eten. Desondanks is de Indri een bedreigde diersoort, waarvan de populatiegrootte niet bekend is. Er is bekend dat de 10 of meer maki soorten die zijn uitgestorven sinds de mens Madagascar heeft gekoloniseerd allemaal grotere soorten waren dan de nog levende maki’s. Een verklaring hiervoor wordt gezocht in de stelling dat grotere dieren grotere behoeften hebben, zodat deze als eerste kampen met tekorten. Indien deze trend zich voortzet zou de majestueuze Babakoto de volgende zijn die aan de beurt is. Het park waar hij met name leeft is slechts 810 hectaren groot, en is door een grote weg, eucalyptus bossen en rijstvelden afgesloten van de andere bossen. Laten we van harte hopen dat Babakoto nog lang in Analamazaotra kan voortleven en dat zijn naam niet alleen in legendes voorkomt.

© copyright - Babakoto.eu / 2006