Turks-Iraakse grens: Ibrahim Khalil
Sulaymaniyah (Irak), 27 februari 2014

Op onze reis naar Iran, moesten we in Zuidoost Turkije een beslissing nemen. Via welke weg gaan we naar Iran? De meest voor de hand liggende route is om de Turks-Iraanse grensovergang te nemen bij Esendere in het uiterste zuidoosten van dit immense land. Deze route wordt tegenwoordig door veel reizigers genomen omdat het door prachtig bergachtig gebied gaat. En dat was nou net ons probleem. We reisden namelijk in de winter, en het bergachtige zuidoosten van Turkije is in februari nog stervenskoud. Daarnaast kan er elke dag een flinke pak sneeuw vallen die de grensovergang voor dagen kan doen sluiten. We hadden dus weinig zin in deze onzekere optie.


De andere optie is om via het noorden van Irak naar Iran te reizen. De route gaat in dat geval via de Noord Iraakse steden Erbil en Sulaymaniyah. De Irak-route heeft echter één groot nadeel; je moet door Irak. Het land wordt verscheurd door geweld en tegenstellingen, en dagelijks vallen er tientallen doden door aanslagen. Het is nog steeds een oorlogsgebied. Dit is het beeld van Irak dat we allemaal kennen omdat we de ellende bijna dagelijks in het nieuws zien. Irak heeft echter ook een heel ander gezicht; een gezicht van vrede, schoonheid en gastvrijheid. En dat deel is te vinden in het noordelijke deel van het land, ook wel bekend als Koerdisch Irak (door de lokale mensen graag Koerdistan genoemd).

Maanlandschap tussen Midyat en Cizre in Zuidoost Turkije
 

Dit Koerdische deel van Irak is het ‘andere’ Irak en is wat ons betreft de nieuwste reisbestemming in het Midden Oosten. Koerdisch Irak is technisch gezien onderdeel van het grote Irak, maar heeft een verregaande vorm van autonomie, waardoor het voelt alsof het een apart land is. Het heeft een eigen vlag, een eigen president, een eigen parlement, eigen postzegels, een eigen leger en politiemacht, en zelfs de stempel die je in je paspoort krijgt doet je niet vermoeden dat je Irak bent ingegaan. Na grondig onderzoek te hebben gedaan op het internet, en te zijn overtuigd dat het gebied veilig is, besloten we om de Irak-route te nemen.


We brachten de laatste nacht in Turkije door in het stadje Midyat, op ruime afstand van de Syrische grens. Het is uiteraard ook mogelijk om dichter bij de Iraakse grens te overnachten (in Cizre of Silopi), maar aangezien deze twee stadjes ook dicht bij de Syrische grens liggen, deden we dat niet. Vroeg in de ochtend reden we de 140 kilometer van Midyat naar de grensovergang met Irak, die de Ibrahim Khalil grensovergang wordt genoemd. De rit verliep voorspoedig en in Cizre (Turkije) gooiden we de dieseltank nog een keer vol. We hadden namelijk vernomen dat de Iraakse diesel weliswaar goedkoop is, maar ook van een mindere kwaliteit. We werden door de pompbedienden nog uitgenodigd voor een kopje thee, maar deze Turkse gastvrijheid lieten we aan ons voorbij gaan. We wisten namelijk niet hoelang de procedures bij de grens zouden gaan duren en wilden daarom geen tijd ‘verspillen’.

We naderen de grens met Irak. Nog 10km te gaan.
 

Vanaf zestien kilometer voor de grens stond een lange dubbele rij stoffige vrachtwagens te wachten. Later vernamen we dat de gemiddelde wachttijd voor een vrachtwagen bij deze grens zo’n drie dagen is! We namen de linker rijbaan om de vrachtwagen te kunnen passeren en reden tegen het verkeer in, om zo de laatste zestien kilometers naar de grens te overbruggen. Zoals de meeste grensovergangen in de regio, zag ook deze er een beetje louche uit. Door de wind stofte het enorm. Her en der lagen de roestige karkassen van oude vrachtwagens, en voor de wachtende truckers waren er geen prullenbakken om hun vuilnis in the gooien. Die lag dus op straat.


Toen we bij de grens aankwamen bleek er voor de auto’s geen wachtrij te staan. Er liepen wel een paar ongure jonge jongens rond die ons probeerden te verleiden om hen in te huren om de procedures ‘soepel te laten verlopen’. Dat deden we niet en het is ook zeker niet nodig, want de Turkse beambte plaatse meteen een stempel in ons paspoort waardoor we binnen een minuut Turkije uit waren. Vervolgens is het een paar honderd meter naar de Iraakse grenspost. De immigratieprocedure verliep wonderbaarlijk snel. In een kantoortje zitten een paar mannen die geen vragen stellen, en alleen een stempel in je paspoort zetten. Welkom in Koerdistan! We stapten weer in de auto en reden honderd meter verder naar de douane. Na weer een paar keer ‘welkom in Koerdistan’ te hebben gehoord en verschillende handjes te hebben geschud, werd onze jeep geïnspecteerd. Op een roze papier werden alle kenmerken van de auto opgeschreven, zoals merk, typenummer, motorinhoud, chassisnummer, etc. Vervolgens worden we met het roze papiertje naar de ‘salon’ gestuurd.


Na her en der het woord ‘salon’ te hebben geroepen werden we naar het juiste loket gedirigeerd. Tot onze grote verbazing werden we weer verwelkomt met ‘welkom in Koerdistan’. Maar dit keer in het Nederlands! Een jongeman (Salem) achter de balie heeft negen jaar in Nederland gewoond en sprak een goed woordje Nederlands. En dat was ons grote geluk. Het is namelijk zo, dat je bij binnenkomst in het land je autopapieren aan de grens moet achterlaten, of een borg moet betalen van 1500 Euro. Die krijg je weer terug indien je de auto bij dezelfde grensovergang het land weer mee uit neemt. Maar dat wilden we natuurlijk niet, omdat we op doortocht waren naar Iran. Salem heeft ons enorm geholpen door uiteindelijk toestemming te krijgen om de jeep bij een andere grensovergang het land mee uit te nemen. Het gehele proces duurde twee-en-een-half uur en bevatte onder andere een bezoek aan hoogste grensbaas die persoonlijk goedkeuring moest geven. We werden met een speciale brief het land in gestuurd en Salem gaf zelfs zijn mobiele telefoonnummer met de opmerking erbij dat we te allen tijde konden bellen als we vragen of problemen hebben. ‘Nogmaals welkom in Koerdistan’ riep hij nog een keer toen we vertrokken. En zoals bij alle Koerden die we tot op heden hebben ontmoet, kwam het recht uit zijn hart. Dit is een fabelachtig veilig en gastvrij gebied in een verscheurd Irak.

Korte stop tussen de Turkse en Koerdische grenspost
Drukke wegen in Zakho, het eerste stadje in Iraaks Koerdistan na de grens
Snelweg tussen Zakho en Duhok
We rijden Duhok binnen, onze eerste overnachtingsplaats in Koerdistan

Onze jeep voor het Hakar Hotel in Duhok

© copyright - Babakoto.eu / 2014