Van Turkije naar Iran
Tabriz (Iran), 23 juni 2007
Het is zaterdagochtend 06.15 uur als de wekker gaat. Vandaag is het een spannende dag. We zijn nu nog in Dogubayazit (Turkije), maar zullen vandaag de grens met Iran gaan oversteken. Een grensoverschrijding is altijd al een spannende gebeurtenis, maar de grens oversteken naar Iran is van een andere orde. Vandaag is ook de eerste dag dat Ivonne gesluierd reist. We waren in 1998 al eens in Iran en toen was het kledingvoorschrift heel simpel. De vrouw droeg een zwarte tentjurk, met daarop een zwarte hoofddoek waarbij alleen het gezicht zichtbaar mocht zijn (zie artikel “Op weg naar Iran” Uit 1998). De vraag is nu wat op dit moment de juiste kledingkeuze is.

We hoorden dat de laatste jaren de kledingregels steeds meer werden opgerekt door de vrouwen. Het begon met een klein plukje haar wat zichtbaar was onder de hoofddoek. Vervolgens werden de wijde en vormloze jurken vervangen door jurken waar een vorm en zelfs kleur in zat. Ook het gebruik van make-up werd zichtbaar in het straatbeeld. Ivonne wil graag tijdens ons verblijf in Iran netjes gekleed gaan. Daarnaast wil ze kleding dragen die niet tot discussies leidt, zowel niet bij de conservatieve Iraniërs als bij de meer westers georiënteerde Iraniërs. Daarnaast moet de kleding enigszins comfortabel zijn. We hebben de afgelopen maanden via de media vernomen dat men in Iran de kledingvoorschriften weer wat strikter zou gaan naleven. Al met al genoeg zaken om rekening mee te houden bij het kopen van de kleding voor Iran. Dit keer zijn we gaan shoppen in Istanbul. We kopen voor Ivonne een blauwe rok tot op de enkels, met daar bovenop een beige blouse die tot de knieën komt. Ook de hoofddoek die we erbij kopen is beige. We denken hiermee aan alle eisen tegemoet te komen.

De oude Mercedes bus die ons van Maku naar Tabriz moet brengen
 

Nadat we gepakt en gezakt zijn, lopen we met onze bepakking naar de plek in Dogubayazit vanwaar de ‘Dolmuses’ (taxibusje die je deelt met meerdere mensen die dezelfde bestemming hebben) vertrekken. We kiezen er bewust voor om met een minibus tot aan de grens te reizen en vervolgens de grens te voet over te steken. Een alternatief is om een internationale bus te nemen die vanuit Turkije rechtstreeks naar een Iranese stad rijdt. In dat geval loop je echter het risico veel vertraging op te lopen aan de grens, aangezien de gehele bus met 50 passagiers door de immigratie en douane moet. Als je dan ook nog de pech hebt dat één van de passagiers niet de juiste papieren heeft, kan de vertraging oplopen een volle dag. De minibus waarmee wij naar de grens reizen wordt propvol gestopt (20 passagiers). Eén van de passagiers is een Iranese vrouw die een chador draagt (meest conservatieve kledingmethode). Ivonne begint zich enigszins zorgen te maken of we wel de juiste kleding hebben gekozen. Na ruim een half uur rijden stopt het busje bij een groot ijzeren hekwerk waarop de vlag van Turkije prijkt. In de verte zien we de gebouwen in Iran als liggen. We lopen door de ijzeren poort in de richting van de Turkse emigratiepost. We sluiten aan in een kleine rij en terwijl we op onze beurt staan te wachten wisselen we onze laatste Turkse Liras in voor Iranese Riaals bij één van de vele geldwisselaars van de zwarte markt. Later blijkt uiteraard dat we een slechte koers hebben gekregen. Maar goed, het ging gelukkig maar op een paar Euro’s. Als we aan de beurt zijn worden onze paspoorten snel afgestempeld zodat we officieel Turkije hebben verlaten.

Vervolgens is het vijf minuten lopen over een weg die aan beide kanten is afgerasterd door middel van een hoog hek. We worden welkom geheten door een groot bord waarop met een spelfout staat geschreven: “Well Come in Iran”. Uiteraard worden op dit bord ook groot de portretten vertoond van Ayatollah Khomeini (overleden in 1989) en de huidig geestelijk leider van Iran: Ayatollah Khamenei. Een groot hek wat de weg verspert schuift opzij zodat we voet op Iranese bodem kunnen zetten. Iemand van de Iranese politie controleert of we een visum hebben en verwijst ons vervolgens door naar het loket van de immigratie. Net op het moment dat we willen aansluiten in de rij worden we aangesproken door een goed Engelssprekende jongeman. Hij vraagt om onze paspoorten. Hij wenkt ons vervolgens om mee te komen naar zijn kantoor waar we supervriendelijk worden ontvangen. Hij is iemand van de toeristeninformatie en biedt aan om ons door de immigratieprocedure te helpen. We nemen plaats in leren fauteuils, die overigens nog in de originele ingesealde verpakking zitten. Alle papieren worden ingevuld waarna we de officiële immigratiestempel in ons paspoort krijgen. We zijn nu officieel in Iran! Vlak na de immigratie zit een kleine bank waar we alvast wat geld wisselen. Officieel zouden we nu nog door de douane moeten waar ze je bagage controleren. Er is echter geen sprake van een actieve douane, waardoor we zonder het eigenlijk te beseffen door alle officiële procedures heen zijn. De gehele procedure heeft slechts ruim een uur geduurd.

Een jonge Iraniër zwaait zijn familie uit bij vertrek uit Maku
 

Zoals we ook al in 1998 gewend waren is iedereen supervriendelijk. Je voelt je echt welkom in Iran. Wat dat betreft is er niets veranderd. We verlaten het immigratiegebouwtje en nemen een taxi naar het nabij gelegen Bazargan. Aan de Iranese kant van de grens zien we honderden vrachtauto’s die twee-aan-twee staan te wachten om de grens over te komen. Het kan niet anders dan dat de wachttijd voor deze vrachtwagenchauffeurs enkele dagen is. Vanuit Bazargan pakken we opnieuw een taxi naar het op 15 kilometer gelegen stadje Maku, vanwaar we de bus willen nemen naar de stad Tabriz (tweede stad van Iran). Als we Maku binnenrijden krijgen we een goed beeld van de huidige kledingtrends in Iran. Meer dan in 1998 is er een duidelijk onderscheid tussen enerzijds wat de meeste jongere dames dragen, en anderzijds de wat oudere dames. De oudere dames lopen nog steeds in de zwarte wijde tentjurken met daar bovenop een zwarte hoofddoek. De jongere dames dragen daarentegen meestal een zwarte broek met daarop een zwarte trenchcoat die ongeveer tot de knieën reikt. Op hun hoofd hebben ze uiteraard allemaal nog een hoofddoek, maar soms wordt die hoofddoek halverwege het hoofd gedragen waardoor een groot deel van het haar zichtbaar is. De grenzen van wat de Iranese wet toelaat wordt door deze jonge dames dus behoorlijk opgezocht. We worden door de taxi afgezet op het busstation van Maku. We kopen voor Euro 0,40 een buskaartje naar het op vier uur rijden gelegen Tabriz. Het is ongelofelijk hoe ze voor een dergelijke prijs een complete bus kunnen laten rijden. We moeten nog een uurtje wachten voordat de bus vertrekt. Die tijd gebruiken we om onze aankomst in Iran officieel te vieren, en wel met een ZamZam (lokale Cola). De ZamZam was in 1998 onze favoriete frisdrank tijdens ons verblijf in Iran. Na één slok weten we het al, dat zal niet gaan veranderen!

© copyright - Babakoto.eu / 2007