Hoe traditioneel wil je het hebben?
Moni (Indonesia), 10 mei 2009

Ari is een jongen van zeventien en een gids in wording. Hij studeert op de school voor toerisme in Ruteng op het Indonesische eiland Flores en hij is erg gedreven om zijn Engels te oefenen. Gisteren is hij daarom op ons afgestapt om ons tijdens onze middagwandeling door de stad te vergezellen. Aan het einde van de middag vroeg hij of hij nog een dagje met ons mag optrekken zodat hij ons zijn geboortedorp kan laten zien. Het is voor hem geen enkel probleem dat het eigenlijk een schooldag is. Voor een dagje op pad met toeristen krijgt Ari namelijk zonder problemen vrij en een nog beter punt op zijn rapport.

Stipt 7:00 uur staat Ari voor de deur. Wederom is hij keurig gekleed in een nette spijkerbroek en een kraakhelder wit T-shirt. Over het algemeen herkennen we gidsen van mijlenver, omdat ze er net iets te gelikt uitzien. Grote glanzende zonnebrillen, strakke T-shirtjes, het allermodernste mobieltje en een overdreven vlotte babbel horen bij de standaarduitrusting van een gids. Ari zal over enkele jaren wellicht ook zo zijn, maar nu is het nog een gewone nette jongen. Hij is rustig en beleefd en in tegenstelling tot zijn leeftijdsgenoten zien we hem nooit in de weer met een mobiele telefoon.

Ari met een deel van zijn familie
 

De dag begint op ons verzoek met een bezoek aan de markt. We willen wat cadeautjes meenemen voor de ouders van Ari omdat we er ook een lunch gaan krijgen en hij weet het beste waar ze blij mee zijn. Voor 10.000 Rupiah (ongeveer EUR 0,70) kopen een grote zak betelnut met alle toebehoren en voor 15.000 Rupiah (ongeveer EUR 1,05) kopen we flink wat gedroogde vis. Het is fijn dat Ari erbij is, want zonder hem hadden we zeker het dubbele betaald. Zelfs hij moet flink onderhandelen, omdat hij “Booleh” bij zich heeft. “Booleh” zijn withuiden en withuiden zijn toch een soort wandelende portemonnees, waar iedereen wat extra’s aan wil verdienen. Met de cadeautjes op zak gaan we met de lokale bus naar Rebak. Rebak is de plaats waar Ari is geboren en we merken dat hij wat nerveus wordt als we dichterbij komen. Hij is erg trots dat hij zodadelijk aan zijn ouders kan laten zien dat hij met buitenlanders kan praten, maar hij vraagt om ons begrip dat er wellicht enkele dorpsgenoten bang voor ons zullen zijn. Schijnbaar zijn we de eerste blanken die naar Rebak komen en hij weet niet hoe iedereen zal reageren. Ook hoopt hij dat we het niet erg vinden dat de lunch die zijn moeder voor ons bereidt niet zo “perfect” is als in een restaurant. We stellen hem gerust dat het allemaal prima zal gaan en zodra we over het zandpad richting Rebak lopen, komen we al gauw de eerste familieleden van Ari tegen. Of het echte familie is weten we niet, Ari noemt namelijk iedere dorpsbewoner familie. Familie of niet, iedereen die we tegenkomen is duidelijk blij om ons te ontmoeten. Sommige zijn wat nerveus en trillen helemaal als ze onze hand schudden en anderen komen honderden meters over de akkers naar ons toe gehold om ons een hand te geven. We ontmoeten de oudste broer van Ari en zijn vrouw. Het verschil met Ari kan bijna niet groter zijn. Zijn kleding is oud, vies en versleten en zijn slippers hangen met touwtjes aan elkaar. Hij is echter dolblij om zijn broertje samen met ons te zien. Met zijn magere inkomen betaalt hij mee aan de opleiding van Ari en ons bezoek is voor hem een teken dat dit zijn vruchten afwerpt. Een paar honderd meter verder ligt het huisje van de moeder van Ari. Net als bij de meeste huisjes in dit dorp, is er geen elektriciteit. De moeder van Ari schudt trillend onze hand en verwelkomt ons in haar huis. Tegen Ari vertelt ze dat ze van de ene kant erg trots is dat ze ons als gast heeft, maar dat ze ook bang is dat we haar huis te klein en te vies vinden. Niets is minder waar. We zijn blij dat we er zijn!

Voor veel toeristen die de Indonesische eilanden van Nusa Tengara bezoeken, is het bezoek aan een “traditioneel” dorp een hoogtepunt. Gewapend met gids bezoeken ze dorpen met meer souvenirwinkels dan gewone huizen. Wij mijden “traditionele” dorpen over het algemeen, maar nu zijn we bij wijze van toeval in een echt traditioneel dorp terecht gekomen. Terwijl we in de woonkamer zitten, komt het hele dorp op bezoek. De oudere, belangrijke mannen krijgen een stoel en de rest zoekt een plekje op de grond. Na een tijdje komt een vrouw uit de keuken die meehelpt met de bereiding van de lunch. Het heeft even geduurd voordat ze de moed heeft verzameld om naar ons toe te komen en als we haar een hand hebben gegeven, wordt het haar even teveel. Ze barst in tranen uit en snuit haar neus in de boord van haar T-shirt. Net als voor enkele kinderen die ons verschrikt blijven aankijken, zijn we voor haar toch echt iets te wit.

Tijd om weer afscheid te nemen
 

Na een lekkere kop koffie is het tijd voor de ouderen in het gezelschap om aan de betelnut te beginnen. We laten de eer graag aan ons voorbij gaan en zien hoe men van deze narcotica geniet. Het kauwen van betelnut heeft een opbeurende werking en hier kauwt men duidelijk graag en veel. Door het kauwen van betelnut wordt het speeksel rood en dat zorgt ervoor dat de tanden van de ‘kauwers’ helemaal rood worden. Het bittere speeksel wordt nooit doorgeslikt, maar in een rode kwalster op de grond gespuwd. Met de betelnut verdwijnen de zenuwen en komen de vragen los. Ari krijgt het druk met vertalen, want ze willen echt alles van ons weten. Zo gaan heel onze families gaan over de tong en willen ze weten hoe we onze religie beleven. De lunch die daarna wordt geserveerd is eenvoudig maar lekker. De rijst met pompoen, wat gebakken noodles en de gedroogde vis die we van de markt hebben meegenomen smaakt prima. Na het eten vraagt Ari of we een paar foto’s willen maken en of we die later aan hem willen opsturen. We zijn eigenlijk wel blij met die vraag, want we hadden ons voorgenomen om geen foto’s of filmopnamen te maken. We willen absoluut niet dat deze mensen het gevoel krijgen dat we hun armoede willen vastleggen. Door de vraag van Ari kunnen we echter wel een aandenken maken van deze bijzonder leuke dag. De vriendelijkheid en de warmte van de mensen hier hebben ons echt verrast. Ook de armoede van het dorp heeft ons getroffen. Het is niet zo dat we nooit armere mensen hebben gezien, maar voor ons gevoel is het contrast tussen Ari en zijn familie zo groot. Ari is duidelijk het paard waarop gewed wordt. Als hij goed terecht komt en een goede baan krijgt, dan zal daar zijn hele familie van mee profiteren. De ondersteuning die hij nu krijgt van zijn familie zal hij dan met veel plezier dubbel en dwars terugbetalen. Ons bezoek is voor de familie een teken dat Ari op de goede weg zit en zelf blaakt Ari ook van het zelfvertrouwen: “Ik zal succesvol zijn, daar ben ik zeker van!” Toch knap dat een jongen van zeventien dat al kan zeggen.

Na enkele uren bij de moeder van Ari te hebben doorgebracht lopen we nog even door het dorpje, waar we onder andere de “compang” bekijken. Dit is een rond altaar van platte stenen, waar men tijdens ceremonies buffels en varkens op offert om de voorouders gunstig te stemmen. Het hele dorp noemt zich Rooms Katholiek en het huis van Ari’s moeder hangt vol met foto’s van de paus, maar de animistische gebruiken zijn nog springlevend. Ook Ari glundert als hij vertelt over de ceremonies die hier plaatsvinden. De westerse kleding die hij draagt, draagt hij omdat hij denkt dat dit stoer is en omdat hij hoopt dat dit helpt om in contact te komen met toeristen. Dit dorp is echter zijn echte thuis!

Met de lokale bus gaan we aan het einde van de middag weer terug naar Ruteng. We zijn er allemaal nog een beetje stil van. Ibu Lisa (de moeder van Ari) wilde onze hand bijna niet loslaten en we hebben nog nooit zoveel handjes geschud op één dag. In Ruteng is het dan echt tijd om afscheid te nemen van Ari. Als dank geven we hem wat geld voor zijn studie en we wensen hem het allerbeste. Na nog een dikke knuffel gaat hij uiteindelijk. Terwijl we hem zien weglopen, vragen we ons af wat we hem nu eigenlijk toewensen. Natuurlijk een goed leven in alle gezondheid, maar we vragen ons af of hij daarvoor echt het type gids moet worden waar wij normaal gesproken zo’n hekel aan hebben. Vooralsnog is Ari echter een perfecte gids die we aan iedereen zouden aanraden. Een super leuke jongen waar zijn dorp trots op mag zijn!

© copyright - Babakoto.eu / 2009