Varanasi, een prikkeling voor elk zintuig
Bodhgaya (India), 22 november 2010

Met gemengde gevoelens keken we uit naar ons bezoek aan de Varanasi. Varanasi, één van de meest heilige steden voor Hindu’s, is bekend vanwege de vele miljoenen pelgrims die elk jaar naar de stad afreizen om te baden in de heilige Ganges rivier die door de stad loopt. Anderen komen er om te sterven en langs de oever van de Ganges gecremeerd te worden, om zo de reis naar de hemel te bespoedigen. Aan de andere kant is Varanasi een stad waar je al reiziger op de proef wordt gesteld. De aanhoudende en irritante aanspraak die je van ‘touts’ krijgt, doet je bloed regelmatig koken. Touts zijn veelal gladde jongens die je proberen te overtuigen om via hen een hotel, riksja of boot te regelen waarna zij door middel van een commissie worden betaald.

Met geslepen messen arriveren we op het busstation van Varanasi. We zijn volledig voorbereid op de touts die de bus zullen bestormen om ons te ‘helpen’ een riksja te regelen of een hotel te vinden. Het vervelende aan deze jongens is dat ze het niet accepteren als je geen gebruik wilt maken van hun diensten. Ze blijven je volgen en lastigvallen. Maar om een onverklaarbare reden zijn er geen touts te bekennen op het busstation. We kunnen rustig uitstappen om zelf op zoek te gaan naar twee fietsriksjarijders die ons naar het oude deel van de stad willen brengen. De rit op zich is al een feest. De riksjarijder stuurt zijn fiets door een krioelende massa van fietsers, autoriksja’s, voetgangers, een sporadische auto en grote hoeveelheden andere fietsriksja’s, die van alles vervoeren. De koeien die her en der door de kolkende massa struinen, of soms zelfs midden op de straat liggen te herkauwen, worden vakkundig ontweken.

Een zicht op een ghat na het invallen van de duisternis
 

Zoals eigenlijk alle steden in India, is ook Varanasi een smerige stad. Vuilnisbakken kent men er niet waardoor iedereen genoodzaakt is zijn vuilnis op straat te gooien. Sporadisch zie je mannen met handkarren door de straten lopen die de grootste hopen vuilnis opscheppen en afvoeren. Daarnaast liggen de straten vol met vlaaien die uit het achterste eind van de heilige koeien zijn komen vallen. Je kunt je ogen dus niet alleen gebruiken om te overleven in de hectiek die om je heen gaande is, maar je zult ook altijd met een schuin oog de straat in de gaten moeten houden. Na een half uurtje op de riksja te hebben gezeten, stoppen we in het hart van de oude stad. We hebben onze zinnen gezet op één van de hotelletjes nabij Manikarnika Ghat. Een Ghat is een plek aan de Ganges rivier waar mensen naartoe komen om te baden of om te worden gecremeerd. Manikarnika Ghat is de belangrijkste crematie-ghat van de stad. We lopen vervolgens door de smalle steegjes van de oude stad op zoek naar een hotelletje. Het duurt niet lang voordat een eerste tout ons in de gaten heeft. Deze gladjakkers starten de conversatie altijd op dezelfde manier. Ze willen weten waar je vandaan komt, en nadat je hen het antwoord hebt gegeven weten ze altijd iets positiefs over je land te zeggen. Snel daarna komt de aap echter uit de mouw. Ze weten altijd een goed hotelletje waar ze je naartoe willen brengen. Uiteraard is dat een hotelletje waar ze een commissie kunnen opstrijken. Een ‘nee’ wordt zoals eerder gezegd niet geaccepteerd. Ook als je niets tegen ze zegt, toch volgen ze je om te zien waar je naartoe gaat. Als je vervolgens een hotelletje van je eigen keuze binnenloopt, lopen ze met je mee. Ze zeggen vervolgens in het Hindi (de taal in India) tegen de receptionist dat zij je naar het hotel hebben gebracht, in de hoop toch een commissie te ontvangen. Uiteraard een commissie die indirect door de reiziger wordt betaald omdat de prijs van de kamer daarop meteen wordt aangepast. Wij kiezen ervoor om eerst naar Manikarnika Ghat te lopen en daar de groep te splitsen. Twee mensen blijven bij de tassen, terwijl de andere twee op zoek gaan naar een hotel. Als je zonder grote rugzakken loopt denken de meeste touts dat je al een hotel hebt waardoor je minder snel lastig wordt gevallen. Uiteindelijk vinden we een prima hotelletje, genaamd het Sankatha Guesthouse.

Een pelgrim bidt in de heilige Ganges rivier
 
We leren Varanasi in de dagen erop kennen als een stad met vele gezichten. De aaneenschakeling van ghats die aan de westelijke kant van de heilige Ganges Rivier liggen zijn een prikkeling voor elk zintuig dat je hebt. De meeste ghats worden door pelgrims gebruikt om er een bad te nemen om zo alle zonden die ze hebben begaan, van zich af te wassen. Mannen in erg korte ballenknijpers en vrouwen in prachtig gekleurde Sari’s (een typisch Indiase jurk) dompelen zichzelf meerdere malen onder in het heilige water dat meer iets wegheeft van erwtensoep. De kwaliteit van het water schijnt bedroevend laag te zijn en het is al een wonder op zich dat de pelgrims niet massaal ziek worden. De vervuiling van de rivier blijkt overigens voor 95% de verantwoordelijkheid te zijn van de steden die rioolwater ongefilterd op de rivier lozen. Bij de ghats wemelt het van de zogenaamde Sadhu’s, heilige mannen die geld verdienen met het geven van zegeningen aan pelgrims. De meeste pelgrims maken gebruik van hun diensten, en ook pas getrouwde stelletjes laten de kans van een goede start van hun huwelijk niet aan zich voorbij gaan. Zo waren we ook getuige van een heuse trouwceremonie op de trappen van een ghat, waarbij op een gegeven moment ook de bruidschat van geld, juwelen en keukenapparatuur aan de ouders van de bruidegom werd overgedragen.

Ook in de avonduren is het een genot om over de ghats te lopen. De duisternis gecombineerd met de oranje gaslampverlichting van de ghats en de heiigheid die over de Ganges rivier hangt, geeft het geheel een mystieke sfeer. Aan de belangrijkste ghat van de stad wordt elke avond een ceremonie gehouden om de rivier te eren en pelgrims kopen massaal kaarsjes in kleine drijvende bakjes om ze vervolgens op de Ganges te laten dobberen. En dat alles om de karma te verhogen. Maar de ghats laten niet alleen een positieve indruk achter. De minder drukke ghats worden door de armste mensen van de stad gebruikt als woonplaats en mannen gebruiken die ghats massaal om er te urineren. Op sommige plekken loopt de urine in stralen van de ghats de rivier in, op slechts enkele meters van badende pelgrims. Ook de crematie ghats kunnen schokkerend zijn voor bezoekers die niet beseffen wat ze er kunnen aantreffen. De lichamen van overleden mensen worden op bamboestretchers door de smalle steegjes van de oude stad gedragen om uiteindelijk bij één van de crematie ghats, in het openbaar te worden gecremeerd. Handelaren rondom de crematie ghats verdienen aan het leveren van het hout voor de brandstapels. Anderen hebben zich gespecialiseerd in crematiefotografie waarbij buiten de winkeltjes foto’s als voorbeeld zijn opgehangen die niets aan de verbeelding overlaten. Na drie uur branden van de brandstapel is de crematie over en worden de overblijfselen van de crematie in de Ganges gegooid. Mannen met grote magneten waden bij deze ghats door het water in de hoop met hun magneet nog wat waardevolle metalen te kunnen opvissen die bij het cremeren aan de lichamen zijn meegegeven. Dit is de één zijn dood, de ander zijn brood, in de meest zichtbare vorm. En dit alles gebeurt in het openbaar; voor iedereen die het zien wil.

Varanasi is in elk opzicht een prikkeling voor al de zintuigen die je hebt. Maar wees gewaarschuwd; gesp jezelf vast voor een bezoek die je nooit meer zult vergeten.

© copyright - Babakoto.eu / 2010