De Iraans – Armeense grens
Yerevan (Armenië), 8 april 2014
 

De Aras rivier vormt de zuidelijkste begrenzing van de Kaukasus. De rivier ontspringt in Oost-Turkije en fungeert voor een groot deel van zijn loop als grensrivier: achtereenvolgens tussen Turkije en Armenië, Turkije en Azerbeidzjan (exclave Nachitsjevan), Iran en Azerbeidzjan (exclave Nachitsjevan), Iran en Armenië, Iran en Nagorno-Karabach (het gebied behoort formeel tot Azerbeidzjan, maar de-facto is het een onafhankelijke republiek), en vervolgens weer Iran en Azerbeidzjan. Al met al een belangrijk grensgebied is onstabiele regio. Die belangrijke rol als grensrivier bestaat overigens pas sinds 1813, toen de Russisch-Perzische oorlog leidde tot de opgave door het Perzische rijk van het grondgebied ten noorden van de rivier.


We rijden in eerste instantie langs de rivier die Iran scheidt van Nagorno-Karabach. Het contrast is groot. Aan de Iraanse zijde, de zijde waar we rijden, is het gezellig druk met Iraanse toeristen die veelvuldig de oever van de rivier opzoeken om te picknicken tijdens hun No Ruz (Iraans Nieuwjaar) vakantie. De weg is prima en de dorpjes waar we doorheen rijden zijn goed ontwikkeld. Als we naar rechts kijken en ons focussen op de situatie aan de andere zijde van de rivier, dan zien we de gevolgen van de jarenlange oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan over het gebied dat Nagorno-Karabach heet. Kapot gebombardeerde dorpen, ingestorte treintunnels en een zichtbare aanwezigheid van militaire posten zijn de stille getuigen van de ellende die zich hier heeft afgespeeld. Er is 20 jaar geleden een staakt het vuren overeengekomen tussen de vechtende partijen, maar officieel zijn de twee landen, Armenië en Azerbeidzjan, nog steeds in oorlog met elkaar.

De Aras rivier, een belangrijke grensrivier die de zuidelijke Kaukasus markeert
 

We hebben besloten om vanuit Iran de grens met Armenië over te steken om zo onze reis in de Kaukasus te beginnen. Er is één grenspost tussen deze twee landen en die ligt bij de Iraanse nederzetting Nordooz en het Armeense dorpje Agarak. De grensterminal aan Iraanse zijde ziet er prima uit met een moderne passagiershal waarin een cafetaria, enkele geldwisselkantoren en de immigratie zijn gevestigd. Wij worden echter eerst naar een nabij gelegen douanekantoor gedirigeerd waar onze Carnet de Passage wordt afgestempeld. Alle formaliteiten lopen uiterst soepel en zonder ook maar één blik op onze jeep te werpen wordt ‘exit’ op het carnet gestempeld. We krijgen een kopie van de afgestempelde carnet de passage mee waarmee we bij de volgende controlepost een slagboom kunnen passeren waarna we achter de passagiershal kunnen parkeren, net voor de brug die naar de Armeense grenspost leidt. We lopen de passagiershal in om de exit-stempels in onze paspoorten te laten zetten, maar omdat de immigratiebeambte denkt dat we Iran inreizen in plaats van eruit (we komen immers via de achteringang binnen), stempelt hij ons opnieuw Iran in. Nadat dit foutje is rechtgezet, en we de noodzakelijke exit-stempel hebben verkregen, kunnen we de brug overrijden naar de Armeense grenspost.


Wij zijn uitermate opgelucht dat het verlaten van Iran zo simpel is verlopen. Vooraf hadden we de angst dat we een naheffing zouden moeten betalen voor het feit dat we gesubsidieerde diesel in Iran hebben kunnen tanken (voor 3,6 Eurocent per liter). We hadden namelijk via het internet van andere reizigers vernomen, dat die kans bestaat. In dat geval gaat men op basis van je gereden route het aantal kilometers bepalen, en betaal je afhankelijk van de motorinhoud van je auto, een naheffing. Andere reizigers schreven dat ze al bij binnenkomst in Iran een tankkaart moesten kopen voor een fors bedrag, waarmee de overheid voorkomt dat buitenlanders profiteren van de extreem goedkope brandstoffen in Iran. Die voor- of naheffing is gelukkig aan ons voorbij gegaan. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat we van relatief kleine grensovergangen gebruik hebben gemaakt (we zijn Iran binnengekomen vanuit Irak bij de grensovergang Marivan in Iraans Koerdistan).


Aan de andere zijde van de Aras rivier moeten we stoppen bij de eerste Armeense militaire post. Militairen nemen onze paspoorten en autopapieren mee terwijl we in de auto moeten wachten. Deze grensovergang is uitermate rustig. Met uitzondering van een paar Iraanse auto’s die de grens ook willen passeren, is het er uitgestorven. Na vijf minuten komt de militair met onze documenten terug en vertelt ons om door te rijden naar het volgende checkpoint, 200 meter verderop. Hier worden we wederom vriendelijk ontvangen. Engels wordt er niet gesproken, maar het proces is duidelijk: je levert wederom al je documenten in en een grensbeambte verdwijnt er mee in een soort van kantoorcontainer. Langs de kantoorcontainer staat wel een Engelstalig bord waarop staat vermeld dat alle formaliteiten rondom de grensovergang gratis zijn en dat beambten je niet om geld (lees: smeergeld) mogen vragen. Mochten ze dat toch doen, dan dien je de manager te bellen wiens nummer op het bord staat vermeld. De eerste inspanningen om corruptie te voorkomen hebben deze uitgestorven grenspost inmiddels dus ook bereikt.

Streng winters weer in de bergen van zuid Armenië
 

Onze Land Cruiser uit 1984 trekt veel aandacht van grensofficials die niets te doen hebben. Ondanks dat we geen gemeenschappelijke taal spreken weten ze toch een breed scala aan vragen over de jeep te formuleren in gebarentaal. Wat is de auto waard? Hoeveel pk’s heeft hij? Is het een diesel? Mag de motorkap een keer open? De mannen hebben een stoer en enigszins nors uiterlijk, maar zijn uitermate vriendelijk. Na twintig minuten schudden we elkaar de hand en rijden we wederom 200 meter naar de volgende post, een groter gebouw waarin de immigratie en de douane is gevestigd. We hebben in de kantoorcontainer van de vorige post al een stempel in ons paspoort gekregen, dus bij de feitelijke immigratiepost wordt alleen ons paspoort nog een keer gedetailleerd bekeken. Wat ons direct opvalt, is dat enkele immigratiebeambten een Russisch vlaggetje op hun uniform hebben. Er wordt ook met veel interesse naar de twee Russische visums gekeken die in ons paspoort zitten. Men besluit zelfs om beide visums in te scannen. Wat precies de reden is waarom Russische grensbeambten actief zijn bij deze Armeense grenspost is ons nog steeds niet helemaal duidelijk. Wellicht heeft het iets te maken met het douaneverdrag dat laatst tussen beide landen is gesloten. Het kan ook zijn dat Rusland bij Armenië heeft bedongen om over de schouders van de Armeense grensbewakers mee te mogen kijken om zo kwaadwillende terroristen, die vanuit Afghanistan of Pakistan op weg zijn naar Rusland, hier al af te vangen.


Een meevaller is overigens dat we geen visum hoeven te kopen aan de grens. Reizigers vanuit de EU kunnen Armenië tegenwoordig dus visumvrij bezoeken. Na de immigratiepost worden we naar een loketje gedirigeerd waar we 33000 Armeense Dram (ongeveer Euro 58) afrekenen voor het gebruik van de Armeense wegen (voor een periode van 30 dagen). Een wegenbelasting dus. Nadat we de nodige documenten met stempels hebben verkregen, wil men de inhoud van de auto controleren. Dit is de verantwoordelijkheid van één man in een militair uniform. Hij sommeert ons om verschillende kisten open te maken en de inhoud te laten zien. Vervolgens worden we afgeleid door andere beambten die wederom veel interesse in onze oude jeep hebben en graag een kijkje onder de motorkap willen nemen. De controlemilitair laat zich echter niet afleiden en gaat fanatiek met z’n werk door. Op een gegeven moment zien we alleen nog een paar legerlaarzen uit de auto steken en nog geen minuut later staat hij met onze verrekijker de bergen in te turen. Ook voor ons stevige fotostatief heeft hij bijzondere aandacht. Hij vindt het ongetwijfeld een stevig stukje techniek om zijn Kalasjnikov op te monteren. De controle gaat relaxed en na een half uurtje heeft hij het wel gezien. De laatste stempel wordt gezet waarna we officieel Armenië binnen zijn.


Als we het douaneterrein afrijden moeten we een laatste bezoekje brengen aan een kantoortje; het assurantiekantoor. We zijn verplicht om een autoverzekering te kopen, en voor 8000 Dram (Euro 14) zijn we 21 dagen verzekerd, voor wat het waard moge zijn. De polis die we meekrijgen is namelijk door het bijna lege inktpatroon amper te lezen. Als we de assurantiepersoon daar op wijzen krijgen we het antwoord dat we al heel vaak in de voormalige Sovjet Unie hebben gehoord, en ongetwijfeld ook nog heel vaak gaan horen de komende maanden: “No problem!”.

De St. Stephanos kerk, een Armeense kerk in noord Iran
De 'exit' stempel op onze Carnet de Passage
Winters weer in de lente van zuid Armenië
Onze jeep op de parkeerplaats van onze B&B in Goris (Armenië)

Het klooster van Tatev in zuid Armenië

© copyright - Babakoto.eu / 2014